nummer: 09/3143/GV
betreft: [klager] datum: 7 december 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.M.J.H. Coumans, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 5 november 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.
2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft het verzoek zelf ingediend. Er is verzuimd om na te gaan of klager is gewezen op de mogelijkheid van een andere vorm van verlof. De bestreden beslissing is niet zorgvuldig genomen. De bestreden beslissing is ook onvoldoende gemotiveerd nu
niet is aangegeven hoe een belangenafweging resulteert in een afwijzing van het verzoek. De Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) voorziet in incidenteel verlof en aan de criteria daarvan had een toetsing moeten
plaatsvinden. De bestreden beslissing is daarom ook in strijd met het legaliteitsbeginsel. De advocaat-generaal heeft geen bezwaar tegen een begeleid bezoek.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Een bezoek aan een tante staat niet vermeld in artikel 36 van de Regeling. Een tante is een graad te ver voor toekenning van het verzoek.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de p.i. Schutterswei te Alkmaar heeft negatief geadviseerd ten aanzien van het verzoek. Klager heeft driemaal positief gescoord op urinecontroles en op 20 augustus 2009 heeft hij geen urine afgegeven. In het kader van het
Drugsontmoedigingsbeleid heeft dit gevolgen voor verlofverlening tot 20 december 2009.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Amsterdam heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen een bezoek onder begeleiding.
3. De beoordeling
Klager is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens – kort gezegd – diefstal onder strafverzwarende omstandigheden en diefstal met geweldpleging. Hij is thans preventief gehecht.
Uit de stukken volgt dat klager om strafonderbreking heeft verzocht om zijn ernstig zieke tante te bezoeken. Zijn tante is opgenomen in een ziekenhuis. Op dit verzoek is afwijzend beslist en hiervoor wordt verwezen naar artikel 36 van de Regeling.
Gezien de inhoud van het verzoek, had het verzoek aangemerkt moeten worden als een verzoek om incidenteel verlof. Strafonderbreking kan namelijk alleen worden verleend, indien niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof, zo volgt uit
artikel
34 van de Regeling.
In artikel 21, eerste lid, van de Regeling is bepaald dat incidenteel verlof kan worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is. In de artikelen 22 tot en met
31 van de Regeling staan de situaties beschreven waarbij incidenteel verlof verleend kan worden. Artikel 23 van de Regeling bepaalt dat incidenteel verlof kan worden verleend voor een bezoek aan een in levensgevaar verkerende levenspartner, kind,
ouder,
broer, zuster, grootouder of schoonouder van de gedetineerde. Een tante van een gedetineerde behoort niet tot de in de Regeling genoemde familierelaties terzake waarvan incidenteel verlof kan worden verleend. Gelet hierop komt de beroepscommissie tot
het oordeel dat de bestreden beslissing van de Staatssecretaris niet in strijd is met een geldend wettelijk voorschrift. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 7 december 2009.
secretaris voorzitter