Nummer: 09/2353/GB
Betreft: [klager] datum: 2 november 2009
De beroepscommissie als bedoeld in art. 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.H.D. van Onna, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een schrijven van de selectiefunctionaris van 21 augustus 2009,
alsmede van de overige stukken,
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. Onderwerp van het beroep
De selectiefunctionaris heeft in voormeld schrijven aangegeven dat klager gelet op de huidige opgelegde gevangenisstraf niet in aanmerking komt voor (verdere) detentiefasering.
2. De feiten
Klager is sedert 17 augustus 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de locatie Bankenbosch te Veenhuizen, een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.).
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wenst beroep in te stellen tegen de beslissing van de selectiefunctionaris, inhoudende dat hij niet in aanmerking komt voor verdere detentiefasering. Hij is op 26 oktober 2006 door het Gerechtshof te Arnhem veroordeeld tot een gevangenisstraf
van
twaalf maanden, waarvan zes voorwaardelijk. In het beroep in cassatie heeft de Hoge Raad de duur van de opgelegde gevangenisstraf verminderd tot elf maanden en drie weken, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Na zijn plaatsing in de locatie Bankenbosch
is hem bij brief van 21 augustus 2009 te kennen gegeven dat hij, nu hij minder dan 180 dagen gevangenisstraf opgelegd heeft gekregen, niet voor verdere detentiefasering in aanmerking komt. Feitelijk betekent dit dat hij een langere detentie dient te
ondergaan dan andere gedetineerden die wel 180 dagen gevangenisstraf opgelegd hebben gekregen. De strafvermindering in verband met een overschrijding van de redelijke termijn lijkt daardoor voor klager in het nadeel te werken.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het beroep is gericht tegen een schrijven van de selectiefunctionaris van 21 augustus 2009. In dat schrijven heeft de selectiefunctionaris enkel antwoord gegeven op door de raadsvrouw gestelde vragen in algemene zin. Het schrijven van de raadsvrouw is
niet opgevat als een verzoek tot (over)plaatsing. Om die reden dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep. Indien hij ontvankelijk mocht worden geacht, zou het beroep ongegrond moeten worden verklaard nu klager niet voldoet aan
de
minimaal opgelegde vrijheidsstraf om in aanmerking te komen voor plaatsing in een z.b.b.i dan wel deelname aan een (basis) penitentiair programma.
3.3. De beoordeling
Op grond van het bepaalde in de artikelen 17 en 18 van de Pbw staat voor een gedetineerde beroep open tegen de beslissing van de selectiefunctionaris op (respectievelijk) een door de gedetineerde ingediend bezwaarschrift of een door de gedetineerde
ingediend (over)plaatsingsverzoek. De namens klager aan de selectiefunctionaris gezonden brief van 20 augustus 2009 kan niet worden aangemerkt als een verzoek tot overplaatsing naar een z.b.b.i of tot deelname aan een (basis) penitentiair programma. Nu
er geen sprake is van een verzoek tot (over)plaatsing, kan de brief van de selectiefunctionaris van 21 augustus 2009 niet worden aangemerkt als een beslissing als bedoeld in artikel18 van de Pbw. Gelet daarop kan klager niet worden ontvangen in zijn
beroep.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 2 november 2009.
secretaris voorzitter