Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2282/GA, 18 november 2009, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2282/GA

betreft: [klager] datum: 18 november 2009

De beroepscommissie als bedoeld in art. 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door [...], namens

[21 klagers], verder te noemen klagers,

gericht tegen een uitspraak van 29 juli 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij de Gevangenis/ISD Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde gevangenis in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de gemachtigde vertrouwenspersoon van klagers om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet verstrekken van een tegemoetkoming ondanks de beslissing daartoe van de beklagrechter.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klagers en de directeur
Namens klagers is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep - voor zover van belang en zakelijk weergegeven - als volgt toegelicht. De beklagcommissie is ernstig tekortgeschoten in de naleving van de formele rechten betreffende de
afhandeling van het beklag. Er was geen sprake van een eerlijk proces waardoor de uitspraak niet in stand kan blijven en de zaak teruggewezen dient te worden.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Namens klagers is aangevoerd dat het onderzoek van de beklagrechter onvoldoende en/of onvolledig is geweest. Daargelaten de juistheid van deze stelling, kan daaraan voorbij worden gegaan nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld. De
beroepscommissie ziet dan ook geen aanleiding om het beklag terug te wijzen.

Op 25 mei 2009 heeft de beklagcommissie in een eerdere beklagzaak het beklag betreffende het vroegtijdig beëindigen van het dagprogramma gegrond verklaard en een tegemoetkoming toegekend in de vorm van een maaltijd van buiten. Op 15 juni 2009 heeft de
beklagrechter, onder verwijzing naar de uitspraak d.d. 25 mei 2009, gesteld dat de toen voorliggende beklagzaak een soortgelijke zaak betrof en deze derhalve ook gegrond verklaard met toekenning van dezelfde maaltijd van buiten. Dat het gaat om een en
dezelfde maaltijd, die verstrekt is op 6 juni 2009, blijkt uit de door de beklagrechter in dat verband gebruikte zinsnede ‘voor zover dit niet reeds heeft plaatsgevonden’.
Zowel de directeur als de beklagcommissie geeft aan dat de maaltijd inmiddels is verstrekt. De beroepscommissie twijfelt niet aan de waarheid hiervan. Er is derhalve voldoende aannemelijk gemaakt dat aan de toegekende tegemoetkoming is voldaan.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 18 november 2009

secretaris voorzitter

Naar boven