Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2900/GV, 26 november 2009, beroep
Uitspraakdatum:26-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2900/GV

betreft: [klager] datum: 26 november 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 oktober 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De redenen van de afwijzing zijn niet van toepassing. De afgelopen twee jaar heeft klager geen rapporten gehad voor vechten of softdrugsgebruik. Het verbaast klager dat hij wordt aangekeken voor het gedrag dat hij tussen zijn dertien - en zestien
jarige
leeftijd heeft veroorzaakt. Klager zat toen in de puberteit en is daarvoor gestraft. Klager is nu volwassen en gedraagt zich niet meer impulsief. Klager heeft juist laten zien dat hij wil veranderen. Klager wil zijn verleden loslaten en doorgaan met
zijn familie en vriendin. Hij heeft hen beloofd dat hij gaat werken aan zijn toekomst. Klager vraagt zich af hoe hij kan bewijzen dat hij zich aan de regels zal houden en zal terugkeren van verlof. Klager heeft geen reden om weg te blijven. Hij bevindt
zich in de laatste periode van zijn detentie.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Tijdens de huidige detentie – toen klager op het adres Noordsingel te Rotterdam verbleef – was hij mogelijk betrokken bij een poging tot ontvluchting. Klager heeft agressieproblematiek en is erg impulsief. Hij is bereid hieraan te werken. Klager lijkt
zich positief te ontwikkelen, maar deze verandering heeft zich pas recentelijk ingezet. Eerst moet worden afgewacht hoe bestendig deze verandering is. Vooral als men deze verandering afzet tegen de eerder geuite signalen uit het rapport van oktober
2008. Daarnaast is er nog steeds sprake van recidivegevaar. Klager komt sinds 2000 regelmatig met politie en justitie in aanmerking. Klager heeft zich niet aan de afspraken en voorwaarden gehouden die werden opgelegd in de proeftijd. Klager verblijft
pas sinds 11 september 2009 op de afdeling waar diagnostiek gepleegd wordt in het PPC Scheveningen. Een daadwerkelijk voorstel tot behandeling of een begeleidingstraject is nog niet ontvangen. Verlofverlening is pas aan de orde als vanuit de
diagnostiek
een passend plan geformuleerd wordt.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van Unit 3 gevangenis BIBA (het Penitentiair Psychiatrisch Centrum) te Den Haag heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag aangezien klager ter herselectie zal worden aangeboden voor plaatsing bij Exodus.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Rotterdam heeft op 5 maart 2009 aangegeven dat klager zich pas zeer recent positief ontwikkelt. Verwezen wordt naar een uitvoerig rapport van oktober 2008. Er is sprake van recidivegevaar en het
vermoeden bestaat dat klager zich zal onttrekken aan zijn detentie, omdat een schadevergoedingsmaatregel is opgelegd (intussen opgelopen tot € 90.516, 01) en klager niet van plan lijkt daaraan gevolg te geven.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zeven jaar met aftrek, wegens – kort gezegd – poging tot doodslag c.q. moord. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 20 juni 2010. Aansluitend dient hij eventueel een vervangende
hechtenis
van in totaal 93 dagen te ondergaan wegens diverse opgelegde schadevergoedingsmaatregelen en vijf dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag.

De beroepscommissie overweegt dat bij de beslissing op een verzoek om verlof een afweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het belang van de gedetineerde bij een goede en tijdige voorbereiding van zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds
het belang van de samenleving bij een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde straf.

Uit het advies van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum volgt dat klager zich, na de zeer negatieve rapportage over hem uit oktober 2008, op eigen initiatief heeft gemeld bij het klinisch psychologisch onderzoek (KPO) van het penitentiair
selectiecentrum. Klagers huidig gedrag in detentie kan als goed worden omschreven. Uit de stukken volgt dat deze positieve verandering bijna een jaar gaande is. Voorts zal klager worden voorgedragen voor plaatsing bij Exodus. Tegen deze achtergrond is
de beroepscommissie van oordeel dat de afwijzende beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk of onbillijk moet worden aangemerkt. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. De
Staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak en binnen een termijn van twee weken na deze uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming
aan
klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na
ontvangst van deze uitspraak. Zij bepaalt dat klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 26 november 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven