Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2366/GB, 11 november 2009, beroep
Uitspraakdatum:11-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/2366/GB

Betreft: [klager] datum: 11 november 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 augustus 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) De Schie te Rotterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 3 juni 2009 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. Tilburg.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klagers vriendin is met de kinderen drie uur onderweg met het openbaar vervoer. Bovendien kost dit haar € 50,- per keer en zij leeft van de bijstand. Ze kan nu maar één keer per maand komen en klager ziet ieder kind maar één keer in de twee maanden,
hetgeen niet acceptabel is. Klagers vader heeft leukemie en is daardoor slecht ter been. Hij wil zijn zoon graag nog zien zolang dat nog kan.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is preventief ingesloten voor het arrondissement te Breda. Overplaatsing is slechts mogelijk op bijzondere gronden. Gebleken is dat klager regelmatig bezoek ontvangt. In de inrichting is geen medische verklaring aanwezig omtrent de gezondheid
van
klagers vader. De reisafstand tussen Rotterdam en Tilburg is niet van dien aard dat bezoek onmogelijk is. Het feit dat een gedetineerde zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting dient te worden ingesloten, heeft de selectiefunctionaris zwaarder
laten wegen.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Slechts in bijzondere gevallen
wordt een uitzondering gemaakt. Er dient dan sprake te zijn van een voldoende sociale en/of medische indicatie, onderbouwd door verklaringen van een deskundige. Klager voert aan dat zijn vriendin en kinderen hem nauwelijks kunnen bezoeken en dat zijn
vader ziek is. De selectiefunctionaris geeft aan dat er geen medische verklaring voorhanden is om de ziekte van de vader aan te tonen. Verder geeft hij aan dat de reisafstand Tilburg - Rotterdam te overzien is en dat het feit dat een gedetineerde zo
dicht mogelijk bij het parket van insluiting dient te worden ingesloten zwaarder dient te wegen.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 11 november 2009

secretaris voorzitter

Naar boven