Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2292/GB, 9 november 2009, beroep
Uitspraakdatum:09-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/2292/GB

Betreft: [klager] datum: 9 november 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 augustus 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager tegen de afwijzing van zijn verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 21 juni 2007 gedetineerd. Op 3 januari 2008 is hij niet teruggekeerd van regimair verlof. Op 13 december 2008 is hij wederom ingesloten. Hij verblijft in de Gevangenis Grave.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Voor klager is niet duidelijk wanneer hij gearresteerd is vanwege het niet nakomen van rechterlijke uitspraken. De selectiefunctionaris doet ten onrechte voorkomen dat klager zich aan
een
rechterlijke uitspraak onttrekt door het niet verrichten van een taakstraf. De rechter heeft echter tevens een vervangende hechtenisstraf opgelegd. Klager kan en zal zich hieraan niet onttrekken. Wat betreft het niet terugkeren van verlof, is de
beslissing van de selectiefunctionaris onduidelijk. Het is de vraag of dit tijdens de vorige of huidige detentie heeft plaatsgevonden. Voor het niet terugkeren van verlof heeft klager een heldere verklaring, namelijk het zorgen voor zijn ouders die
restverschijnselen ondervinden van een CVA/TIA. De selectiefunctionaris gaat ten onrechte voorbij aan een aantal punten die voor een overplaatsing pleiten. Klagers gedrag is positief in de inrichting. Hij heeft zichzelf gemeld voor het ondergaan van
zijn detentie. Klager verwijst verder naar de gezinsomstandigheden. Verder wordt voorbijgegaan aan de weerlegging van het onjuiste advies van de politie, het positieve TR-advies en de bereidheid van klager om een behandeling bij Kairos van de
Pompestichting te ondergaan.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Het verzoek om overplaatsing is afgewezen omdat klager afspraken niet nakomt. Klager is een paar keer als arrestant geplaatst en komt opgelegde vonnissen dus
niet na. Verder heeft klager geen uitvoering gegeven aan de taakstraf van 100 uur, waardoor hij een vervangende hechtenis taakstraf dient te ondergaan van 50 dagen. Verder is klager tijdens de huidige detentie niet teruggekeerd van verlof. De
selectiefunctionaris heeft onvoldoende vertrouwen in een goed verloop van vrijheden.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking
dat klager voor een lange periode van 3 januari 2008 tot 13 december 2008 zich heeft onttrokken aan de detentie.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 9 november 2009

secretaris voorzitter

Naar boven