Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1492/TA, 2 november 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1492/TA

betreft: [klager] datum: 2 november 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 mei 2009 van de beklagcommissie bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager, zijn raadsvrouw, mr. J. Serrarens, en het hoofd van de inrichting zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 11 augustus 2009, gehouden in de penitentiaire inrichting Ooyerhoek te Zutphen, te worden gehoord. Klagers raadsvrouw
en het hoofd van de inrichting hebben schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. Klager heeft, aangekomen in de p.i. Ooyerhoek, geweigerd zich te onderwerpen aan het veiligheidsbeleid van de inrichting en is onverrichter
zake teruggekeerd naar de Oostvaarderskliniek te Almere. De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsvrouw alsnog in de gelegenheid gesteld schriftelijk het beroep toe te lichten. Op 26 augustus 2009 heeft de raadsvrouw van klager bericht geen
gebruik
hiervan te zullen maken.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de maatregel van afzondering op de eigen kamer d.d. 7 november 2007;
b. de weigering van het bezoek d.d. 17 november 2007.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op 7 november 2007 is de separatie omgezet in een kamerafzondering, waarbij gekeken zou worden naar de uitbouw van uitsluitmomenten op de unit. Klager
zou gedoseerd in contact gaan komen met medepatiënten, zodat er goed geobserveerd kan worden hoe klager zich kan verhouden tot zijn medepatiënten om de veiligheid van de groep te garanderen. Tot 27 november 2007 (de datum waarop klager is overgeplaatst
naar de afdeling Rijn) heeft er geen uitbouw van uitsluitmomenten plaatsgevonden. Klager heeft 20 dagen in volledige afzondering doorgebracht. De behandelcoördinator heeft de uitbouw van uitsluitmomenten uitsluitend afhankelijk gesteld van de
bereidheid
van klager de naam te noemen van degene die hem drugs had geleverd. De verdenking dat klager drugs aan anderen heeft geleverd, wordt niet onderbouwd. De afzonderingsmaatregel is uitsluitend als pressiemiddel gebruikt.
De inrichting kan niet volhouden dat de neven van klager betrokken waren bij de invoer van drugs. De drugs waren al in de inrichting aanwezig voordat het bezoek in het weekend van 4 november 2007 plaatsvond. Klager betwijfelt overigens of zij in dat
weekend het enige bezoek waren. Tevens is bekend dat in de inrichting permanent drugs aanwezig zijn. Het bezoek kan hier niet verantwoordelijk worden gehouden.

Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op de onderdelen a en b van het beklag heeft beslist. Wat betreft de oplegging van de ordemaatregel neemt de beroepscommissie hierbij in aanmerking dat de
vondst van de drugs op klagers kamer en zijn negatieve uitstraling op het therapeutisch klimaat tot de afzonderingsmaatregel hebben kunnen leiden. Dat mogelijk ook andere motieven ten grondslag hebben gelegen, doet aan het door de beklagcommissie
gegeven oordeel hieromtrent niets af. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en mr. drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 2 november 2009

secretaris voorzitter

Naar boven