Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2231/GB, 2 november 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/2231/GB

Betreft: [klager] datum: 2 november 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 juli 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Almelo ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 1 september 2009 gedetineerd. Hij verblijft in het huis van bewaring (h.v.b.) Almelo. Vanuit deze inrichting is hij geselecteerd voor de gevangenis Almelo, waar een regime van algehele gemeenschap geldt. Deze plaatsing was ten tijde
van
het instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft tegenover de coördinator TR en tegenover een medewerker van het bureau selectie- en detentiebegeleiding (b.s.d.) aangegeven niet in Almelo te willen worden geplaatst maar dat hij liever naar de gevangenis Zutphen wil. Het klopt dus niet
dat
klager een voorkeur zou hebben voor plaatsing in Almelo. Daarnaast zijn door de coördinator TR en door het b.s.d. aan klager toezeggingen gedaan voor een plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting. Klager wordt daar niet geplaatst in verband met
het
door hem gepleegde delict. Hij begrijpt dat niet omdat een medegedetineerde, die een zelfde soort feit zou hebben gepleegd, wel naar een b.b.i. mag gaan. Aan klager zijn door het personeel van het h.v.b. Almelo excuses aangeboden in verband met bij het
selectieadvies gemaakte fouten. Daarbij werd aangegeven dat klager naar Zutphen zou worden overgeplaatst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager werd door de inrichting voorgesteld voor plaatsing in een normaal beveiligde inrichting met een regime van algehele gemeenschap. Na zijn veroordeling in hoger beroep zou een start gemaakt kunnen worden met eventuele interventies die naar voren
kwamen uit de risicoanalyse en het reïntegratieplan. Daarbij werd geadviseerd klager een forensische psychiatrische poli-behandeling te laten ondergaan. De selectiefunctionaris heeft dat selectieadvies overgenomen. Klager is inmiddels in hoger beroep
veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en de inrichting zal nu een voorstel met betrekking tot klagers detentiefasering opstellen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Almelo is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die inmiddels in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en omstandigheden, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hierbij is in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager gelet op de over zijn persoonlijkheid verstrekte gegevens, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt
beveiligingsniveau.
Op zich is voldoende aannemelijk geworden dat klager een voorkeur heeft uitgesproken voor plaatsing in de gevangenis Zutphen. Nu de selectiefunctionaris aan de inrichting heeft verzocht om op korte termijn een nieuw selectieadvies op te stellen met
betrekking tot klagers mogelijke detentiefasering, gaat de beroepscommissie ervan uit dat de selectiefunctionaris bij zijn beslissing op dat advies zoveel als mogelijk rekening zal houden met klagers voorkeur.
Zij geeft de selectiefunctionaris in overweging om, mede gelet op de omstandigheid dat klagers plaatsing in de gevangenis Almelo op 23 oktober 2009 nog niet was geëffectueerd, te bewerkstelligen dat de volgende selectiebeslissing zo snel als mogelijk
wordt genomen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 2 november 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven