Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2463/GB, 2 november 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/2463/GB

Betreft: [klager] datum: 2 november 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 juni 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de BGG Zoetermeer ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 17 december 2007 gedetineerd. Hij verbleef laatstelijk in het PPC Amsterdam. Op 28 april 2009 is hij overgeplaatst naar de BGG Zoetermeer, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De inrichting heeft positief geadviseerd omtrent klagers selectie naar een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap. Klager zou na verloop van tijd in aanmerking komen voor de extramurale fase van de ISD-maatregel. Desondanks is klager
overgeplaatst naar een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap. Klager wil graag weer op een ISD-afdeling geplaatst worden. Hij heeft geen goed woord over voor de handelwijze van de selectiefunctionaris. Klager is overigens van mening dat
een
en ander te wijten is aan onrechtmatige inmenging van een gedragsdeskundige tijdens zijn detentie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is voor overplaatsing naar de BGG Zoetermeer geselecteerd naar aanleiding van een advies van de directeur van het PPC Amsterdam. Klager is gedetineerd in het kader van een ISD-maatregel, welke eindigt op 17 december 2009. Klager werd in het PPC
opgenomen in verband met een paranoïde psychose, waarbij hij agressie in de richting van zijn omgeving vertoont. Hij werd als dwingend en eisend ervaren en hij was van mening onterecht in het PPC te zijn geplaatst. Tijdens zijn verblijf in het PPC
veranderde klagers gedrag zodanig, dat uitplaatsing naar een ander regime mogelijk was. Het stimuleren van zijn gedrag met positieve bekrachtiging werkt goed voor het contact. De veranderingen bij klager zijn echter nog te gering om hem in het
reguliere
ISD-circuit te plaatsen. Om die reden is voorgesteld hem te plaatsen in een normaal beveiligde gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap. Klager is daarop geselecteerd voor plaatsing in de BGG Zoetermeer. Klager had zich daarvoor zodanig
agressief gedragen dat hij in een isoleercel was beland. Klager had meer structuur nodig dan een ISD-regime kan bieden.

4. De beoordeling
4.1. De BGG Zoetermeer is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Een (al dan niet onherroepelijk) tot gevangenisstraf veroordeelde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap, tenzij hiervoor op grond van de persoonlijkheid en/of het gedrag van de betrokkene gewichtige
contra-indicaties bestaan.
De selectiefunctionaris heeft de omtrent klagers persoonlijkheid en gedrag verstrekte gegevens in redelijkheid kunnen aanmerken als een contra-indicatie in bovenbedoelde zin. Derhalve is de beslissing klager over te plaatsen naar een inrichting met een
regime van beperkte gemeenschap niet als onredelijk of onbillijk aan te merken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 2 november 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven