nummers: 09/1843/TA, 09/1941/TA, 09/1953/TA, 09/1955/TA en 09/2177/TA
betreft: [klager] datum: 2 november 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen vijf uitspraken van respectievelijk 26 juni 2009 en 30 juli 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij het forensisch psychiatrisch centrum Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting of Oldenkotte,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 13 oktober 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam zijn klagers raadsvrouw mr. A. Baatenburg de Jong en [...], jurist bij Oldenkotte, gehoord.
Klager heeft schriftelijk meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. de afzondering van klager in zijn verblijfsruimte wanneer hij niet deelneemt aan het dagprogramma;
b. het niet meer toestaan om klager in de keuken te laten werken;
c. het € 700,= te weinig op zijn spaarrekening ontvangen doordat hem te weinig loon is uitbetaald en doordat zijn spaartegoed van de Van Mesdagkliniek niet is overgeboekt naar Oldenkotte;
d. de beperking van klagers recht om te telefoneren en
e. de weigering van het hoofd van de inrichting om klager een basiscursus boekhouden van het NTI te laten volgen en de kosten van het onderwijs te vergoeden.
De beklagrechter heeft klager ten aanzien van het beklag vermeld onder a., b. en e. (deels) niet-ontvankelijk in het beklag verklaard en het beklag vermeld onder c., d. en e. (voor het overige) ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte
uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a. Klager wordt meer dan voorheen in zijn bewegingsvrijheid beperkt. Hij wordt afgezonderd op zijn kamer als hij niet deelneemt aan het dagprogramma. Dit komt door het personeelstekort en de onderbetaling van het personeel.
b. Klager ervaart dit als een ontslag. Het betreft een beklagwaardige beslissing van het hoofd van de inrichting. Klager heeft drie en een half jaar gewerkt in de keuken en het is vaker voorgekomen dat hij medicatie weigerde, terwijl hem toch werd
toegestaan om in de keuken te werken. Dit is zonder problemen verlopen.
Klager kan niet begrijpen dat men hem niet vertrouwde met keukenapparatuur, terwijl hem wel werd toegestaan om de gereedschapskist, met onder andere een schroevendraaier, te gebruiken. Als hij daadwerkelijk zo oninschatbaar was, had dit hem ook niet
toegestaan moeten worden.
c. Ten aanzien van dit onderwerp is geen beklag ingediend bij de Van Mesdagkliniek. Hij heeft € 250,= niet ontvangen van de Van Mesdagkliniek. Het gaat om spaargelden van juni tot en met oktober 2003.
d.Vanaf december 2008 is klager niet meer toegestaan om elke dag te bellen. Hij is beperkt in zijn recht op telefoonverkeer. Klager meent dat dit te maken heeft met het aantal klachten dat hij heeft ingediend bij de beklagcommissie, het medisch
tuchtcollege en andere instanties.
e.Klager had al eerder een NTI cursus gevolgd tijdens zijn verblijf in de Van Mesdagkliniek en wilde in aansluiting hierop de NTI-cursus boekhouden volgen. Klager heeft bij zijn ITB-er aangegeven dat hij graag de cursus wilde volgen. Dit is
gebruikelijk. Dat de ITB-er hem niet gemeld heeft dat hij het verzoek schriftelijk moest indienen, kan niet aan klager worden verweten. De huisregels waren niet aanwezig op klagers afdeling.
De ITB-er heeft klager voorgesteld om naar mogelijkheden te kijken bij de sectie onderwijs. De cursus boekhouden, die hem intern kon worden geboden, stemde niet overeen met de NTI-cursus. De NTI-cursus zou volgens de inrichting van een te hoog niveau
zijn. Klager heeft vervolgens zelf de NTI-cursus besteld en met NTI afgesproken dat hij een bedrag van € 68,= per maand zou overmaken, maar de inrichting heeft zijn afspraken met NTI ongedaan gemaakt. De inrichting heeft hem de kans ontnomen om de
NTI-cursus te volgen en hiermee is artikel 43, eerste lid, Bvt geschonden.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a.Het is regel dat als een verpleegde niet deelneemt aan het dagprogramma, hij tijdens die uren wordt ingesloten op de eigen kamer. De insluiting heeft geen aaneengesloten periode van twee dagen geduurd en betreft geen beklagwaardige beslissing.
Voldaan
is aan de eisen van de Bvt. Klager, die op een opnameafdeling verbleef, is minimaal vier uur per dag verblijf op de groep geboden.
b.Klager was teruggeplaatst naar de extra beveiligde afdeling II-A. Hij was aan het afglijden en had medicatie geweigerd. In het kader van de orde en de veiligheid is het werken in de keuken hem ontzegd.
Dat klager gebruik mocht maken van gereedschap op de afdeling is een andere kwestie. Dit vindt plaats op de afdeling onder toezicht van de sociotherapeuten. In de keuken wordt meer zelfstandig gewerkt en langer gewerkt en zijn er geen sociotherapeuten
aanwezig, maar alleen keukenpersoneel.
c.Eind 2003 is er € 64,44 overgeboekt door de Van Mesdagkliniek op klagers interne rekening. Het is mogelijk om navraag te doen bij de Van Mesdagkliniek, maar inmiddels is het al zo’n vijf à zes jaar gelden. Bij binnenkomst in de inrichting en bij
vertrek wordt een overzicht van de financiën gemaakt en besproken. Op verzoek van klager is hem inmiddels een totaaloverzicht verstrekt, waarvan tevens een afschrift wordt overgelegd aan de beroepscommissie. Het verbaast de inrichting dat klager pas in
2008 klaagt over tegoeden uit 2003. Als een verpleegde een overzicht van zijn spaargeld wil ontvangen, wordt dit verstrekt. Standaard wordt wel een loonstrook verstrekt.
d.Klager verbleef op een afdeling voor intensieve zorg. Zijn recht om telefoongesprekken te voeren als vermeld in artikel 38 Bvt is niet geschonden.
e.Klager vond de door de inrichting aangeboden cursus boekhouden beneden zijn niveau. Volgens de ITB-er had klager niet het niveau dat nodig was voor het volgen van de NTI-cursus. De ITB-er heeft klager voorgehouden dat hij zich kon laten testen bij
onderwijs om het niveau te bepalen. Klager zou erover nadenken maar heeft geen gebruik van het aanbod gemaakt en het is formeel niet tot een aanvraag gekomen. Het is de inrichting niet bekend dat klager zelf de NTI-cursus heeft aangevraagd.
3. De beoordeling
Ten aanzien van onderdeel a. overweegt de beroepscommissie dat de beperking van klagers bewegingsvrijheid geen aaneensloten periode van meer dan twee dagen betreft en dat, gelet op het bepaalde in artikel 57, derde lid, Bvt, klager om die reden niet in
het beklag kan worden ontvangen. Zij zal derhalve ten aanzien van onderdeel a. het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met wijziging van de gronden.
Hetgeen ten aanzien van de onderdelen b., c. en d. is aangevoerd, kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve voor wat betreft deze onderdelen ongegrond worden
verklaard.
Ten aanzien van onderdeel e. overweegt de beroepscommissie dat het beklag een vermeende schending betreft van een recht, in dit geval het recht op onderwijs als vermeld in artikel 43, eerste lid, Bvt en (de weigering om) een verzoek in de
tegemoetkoming
in de kosten van dat onderwijs als vermeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling tegemoetkoming kosten onderwijs verpleegden (te laten indienen) en dat klager gelet op het bepaalde in artikel 56, eerste lid aanhef en onder e, Bvt alsnog geheel in
het beklag kan worden ontvangen.
Uit de door de inrichting verstrekte inlichtingen volgt dat aan klager alvorens zich in te schrijven voor een cursus boekhouden is aangeboden om een test te ondergaan, opdat zijn niveau bepaald kon worden. Nu klager op dit aanbod niet is ingegaan, is
de
beroepscommissie van oordeel dat beslissingen van het hoofd van de inrichting niet als onredelijk op onbillijk kunnen worden aangemerkt. Daarbij is niet aannemelijk geworden dat klager geen kennis heeft kunnen nemen van de huisregels. De
beroepscommissie zal het beklag geheel ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de onderdelen a., b., c. en d. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met ten aanzien van onderdeel a. wijziging van de gronden.
Ten aanzien van onderdeel e. vernietigt de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter, ontvangt zij klager alsnog in het gehele beklag en verklaart zij het beklag alsnog geheel ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, de heer J.L. Brand en mr. drs. T.A.M. Louwe, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 2 november 2009
secretaris voorzitter