Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2377/GB, 30 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:30-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/2377/GB

Betreft: [klager] datum: 30 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, ingediend door mr. V.C. Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 augustus 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem als passant ter herselectie te plaatsen in het huis van bewaring (h.v.b.) De Schie te Rotterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is in verband met de hem opgelegde maatregel van plaatsing in een jeugdinrichting (p.i.j.-maatregel) op 3 maart 2009 geplaatst op een behandelafdeling van de justitiële jeugdinrichting Doggershoek te Den Helder. In juni 2009 is hij tijdelijk
geplaatst op de FOBA van Harreveld. Op 11 juni 2009 is hij teruggeplaatst naar De Doggershoek. Op 28 juli 2009 is klager na een uitbraakpoging als passant ter herselectie geplaatst in het h.v.b. De Schie. Op 11 augustus 2009 is hij overgeplaatst naar
de
justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Den Hey-Acker te Breda.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De Doggershoek heeft zich niet gehouden aan de ‘garantie’ die de inrichting op de verlengingszitting heeft gegeven die inhoudt dat hij de komende twee jaren zijn p.i.j.-behandeling in deze inrichting kon ondergaan. Aangegeven werd dat er voldoende
capaciteit zou zijn om klager te begeleiden en dat de groep niet groter zou worden. Uit de beslissing op bezwaar volgt dat er twee groepen zijn samengevoegd en dat derhalve de groepsgrootte wel is veranderd.
Als tijdens de verlengingszitting van klagers p.i.j.-maatregel reeds duidelijk was geworden dat klager wellicht de komende twee jaar niet in De Doggershoek zou kunnen blijven, dan had de Rechtbank wellicht anders geoordeeld. De inrichting heeft
onjuiste
informatie verstrekt aan de Rechtbank.
Bovendien was het niet noodzakelijk om klager naar een regulier h.v.b. over te plaatsen. Gewacht had kunnen worden tot klager direct op de afdeling Intensieve Traject Aanpak van Den Heyacker (hierna: ITA-afdeling) kon worden geplaatst. Hiermee had de
zoveelste ‘verhuizing’ voorkomen kunnen worden. Klager heeft de afgelopen drie à vier jaar in tientallen inrichtingen door heel Nederland verbleven. Dit komt zijn psychische gesteldheid niet ten goede.
Klager heeft aangegeven alleen vertrouwen te hebben in de gedragsdeskundigen van De Doggershoek. Helaas hebben ook zij klagers vertrouwen geschonden. Verzocht wordt om het beroep mondeling toe te kunnen lichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Door tussenkomst van de selectiefunctionaris bij de afdeling jeugdzaken is het verzoek ontvangen om klager over te plaatsen naar een landelijke afzonderingsafdeling. Klager was niet langer benaderbaar en te begeleiden op een behandelgroep binnen een
normaal beveiligde jeugdinrichting (De Doggershoek). Na een verblijf in de jeugd-FOBA van de j.j.i. Harreveld, waar klager was ingesteld op medicatie, is hij teruggeplaatst naar De Doggershoek. Het gebruik van medicatie bood De Doggershoek de
mogelijkheid om klagers behandeling voort te zetten. Toen klager stopte met het innemen van zijn medicatie, nam zijn agressie weer toe. Klager is aangemeld voor de ITA en zijn agressie is toegenomen. Hij werd als zeer gevaarlijk en onberekenbaar
ingeschat en uitte dreigementen. Op 25 juli 2009 ondernam klager een uitbraakpoging. Hij kon alleen nog maar benaderd worden door meerdere personen. Slechts op een ITA kon zijn gedrag nog gehanteerd worden en zijn behandeling worden vervolgd. In
afwachting van deze plaatsing is klager voorgedragen voor plaatsing op een landelijke afzonderingsafdeling binnen het volwassenencircuit. In plaats daarvan is klager geplaatst in het gewone regime van het h.v.b. De Schie.
De Rechtbank te Middelburg heeft op 2 juni 2009 klagers p.i.j.-maatregel met twee jaar verlengd. De plaatsing in het h.v.b. De Schie was een tijdelijke. Een juiste plaats zal worden gezocht binnen het jeugdcircuit en daarmee zal uitvoering worden
gegeven aan de uitspraak van de Rechtbank te Middelburg.
Klager heeft aangevoerd dat De Doggershoek tijdens de verlengingszitting de garantie heeft gegeven klager de komende twee jaar daar te kunnen behandelen. Door zijn gedrag, het niet langer innemen van medicatie, waardoor zijn agressie toeneemt, het niet
langer groepsgeschikt zijn en klagers uitbraakpoging was hij niet langer te handhaven binnen De Doggershoek, waardoor zijn behandeling is gestaakt. Plaatsgebrek binnen de ITA en het niet langer kunnen bejegenen van klager door zijn gedrag heeft een
verhuizing, zij het van korte duur, niet kunnen voorkomen.

4. De beoordeling
Nu klager op 11 augustus 2009 is overgeplaatst naar de j.j.i. Den Hey-Acker, is het belang aan zijn beroep komen te ontvallen. Om deze reden dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

De beroepscommissie overweegt overigens nog het volgende. Uit de nota van toelichting op paragraaf 4 van de Regeling plaatsing en overplaatsing jeugdigen (hierna: de Regeling) volgt dat voor plaatsing in een jeugdinrichting het criterium of “in het
algemeen recht is gedaan naar jeugdstrafrecht” bepalend is.
Klager, aan wie de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen is opgelegd, waarbij de tenuitvoerlegging op grond van artikel 77s, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht in een jeugdinrichting zal worden ondergaan, dient gelet op artikel 8
van de Regeling in beginsel op een behandelafdeling van een jeugdinrichting te worden geplaatst. In de Regeling en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) zijn bepalingen opgenomen die de (tijdelijke) (over)plaatsing van met toepassing van
het jeugdstrafrecht veroordeelden onder voorwaarden mogelijk maakt naar/in een jeugdopvanginrichting en inrichtingen in het kader van noodzakelijke psychische, medische of sociale zorg.
In de Bjj noch in de Regeling of andere regelgeving is de mogelijkheid opgenomen om een met toepassing van het jeugdstrafrecht veroordeelde te plaatsen in een (reguliere) penitentiaire inrichting voor volwassenen. Aangenomen moet worden dat een
dergelijke plaatsing zich niet met het wettelijk systeem verdraagt. Slechts in zeer bijzondere omstandigheden, en dan slechts voor zeer beperkte duur, kan dit anders zijn (art. 9, tweede lid onder i, Pbw).

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 30 oktober 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven