Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2024/GA, 29 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:29-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2024/GA

betreft: [klager] datum: 29 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 juni 2009 van de beklagcommissie bij de beperkt beveiligde inrichting Maashegge te Overloon,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van drie avonden opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel zonder televisie waarvan twee avonden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 maanden.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager was 39 seconden te laat beneden terwijl iedereen nog in de rij stond en de telling nog niet begonnen was. Iemand die na klager binnenkwam heeft
geen rapport gekregen. Klager heeft wel rapport gekregen, omdat hij een uur daarvoor een aanvaring had gehad met een p.i.w.-er. De directeur heeft het in de beslissing over een belofte van goed gedrag die klager zou hebben gedaan en een laatste kans,
terwijl klager die belofte nooit heeft gedaan omdat dat niet nodig was. Zijn gedrag is keurig. Die laatste kans heeft hij dus ook niet nodig.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De straf die inhoudt opsluiting voor één of meer dagdelen is een straf als genoemd in artikel 51, eerste lid onder a, Pbw.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 29 oktober 2009

secretaris voorzitter

Naar boven