Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2708/GV, 20 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:20-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2708/GV

betreft: [klager] datum: 20 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 september 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klagers vrouw is hoog zwanger en zij is uitgerekend op 6 oktober 2009. Er is sprake van een medische bevalling want ze heeft zwangerschapssuiker. Klager vindt zijn eerste afwijzing van het verlof begrijpelijk, omdat hij zich had onttrokken aan zijn
detentie. De tweede afwijzing is onbegrijpelijk omdat de genoemde instanties positief hebben geadviseerd. Klager heeft een strafrestant van vijf en een halve maand en hij heeft er ruim tien jaar detentie op zitten.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verzocht om algemeen verlof, omdat zijn vrouw zou bevallen. Dat verzoek is afgewezen, omdat klager zich van 13 november 2008 tot 31 maart 2009 heeft onttrokken aan zijn detentie. Aansluitend heeft klager verzocht om incidenteel verlof om bij de
bevalling aanwezig te zijn. Ook dat verzoek is afgewezen op grond van het strafrestant en vanwege de onttrekking aan detentie. Het wordt niet toegestaan om onder begeleiding bij de bevalling aanwezig te zijn. Van het aanbod om onder begeleiding een
kraambezoek te brengen wenste klager geen gebruik te maken.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Veenhuizen heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
Het Openbaar Ministerie heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verlofverlening.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zestien jaar met aftrek, wegens – kort gezegd – deelname aan een criminele organisatie, moord en handelingen strafbaar gesteld bij de Opiumwet. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 19
maart 2010.

Klager heeft verzocht om algemeen verlof. Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag.

Uit de stukken volgt dat klager zich in de periode van 13 november 2008 tot 31 maart 2009 heeft onttrokken aan zijn detentie. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid een contra-indicatie vormt voor verlofverlening die een
afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a en d van de Regeling
tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Daarbij heeft de beroepscommissie in aanmerking genomen dat klager de mogelijkheid is geboden om zijn partner en pasgeboren kind onder begeleiding te bezoeken.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 20 oktober 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven