nummer: 09/2665/GV
betreft: [klager] datum: 15 oktober 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W.J. Hopmans, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 14 september 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers raadsman verwijst naar de eerder aangevoerde gronden. De bestreden beslissing is op geen enkele wijze gemotiveerd. Klager wordt hierdoor in z’n beroepsmogelijkheden ernstig geschaad. De concusie
dat verlof op dit moment maatschappelijk onaanvaardbaar zou zijn, wordt eveneens niet gemotiveerd. Klager heeft zich aan detentie onttrokken vanwege allerlei omstandigheden. Dit kan hem echter niet meer worden tegengeworpen. Daarbij is van belang dat
klager uit eigen beweging is teruggekeerd naar Nederland met als doel zijn resterende detentie alsnog te ondergaan.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager heeft zich van 24 juni 2008 tot 20 april 2009 aan zijn huidige detentie ontrokken. Klager heeft zich tijdens zijn onttrekking opgehouden in het buitenland. De
Staatssecretaris heeft geen vertrouwen in het opnieuw verlenen van vrijheden.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Zuyderbos heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Volgens het inrichtingsadvies heeft het OM negatief geadviseerd, gelet op de eerdere onttrekking voor langere tijd.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zes jaar met aftrek, wegens zware mishandeling. Aansluitend dient hij in totaal 35 dagen principale hechtenis te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 24 februari 2010.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.
Klager is tijdens zijn huidige detentie voor een periode van tien maanden van 24 juni 2008 tot 20 april 2009 ontvlucht geweest. Hij is naar Turkije gevlucht nadat hij zijn enkelbandje had verwijderd. In april 2009 is hij door de politie gearresteerd.
De
beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een forse contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging
van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 15 oktober 2009
secretaris voorzitter