Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1717/TA, 8 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:08-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1717/TA

betreft: [klager] datum: 8 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraak van 2 juni 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij het forensisch psychiatrisch centrum Dr. S. van Mesdag te Groningen, verder te noemen de inrichting, waarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. R. Polderman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag inhoudende dat de inrichting regelmatig klagers geldaanvragen niet goed heeft uitgevoerd, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Als gevolg van een interne overplaatsing, stroomproblemen, het geen account hebben op de afdelingscomputer en het niet gebruik kunnen maken van een computer was klager niet in staat om eerder
een beroepschrift in te dienen. Verzocht wordt om klager ontvankelijk in het beroep te verklaren. Klager wenst zijn beroep in een hoorzitting nader toe te lichten.
Klager verzoekt om hem een redelijke tegemoetkoming toe te kennen in verband met het ondergane ongemak waarvan de gevolgen niet meer herstelbaar zijn en refereert zich voor wat betreft de hoogte van de tegemoetkoming aan het oordeel van de
beroepscommissie.

Namens het hoofd van de inrichting is daarop als volgt gereageerd.
De uitspraak van de beklagrechter is van 2 juni 2009 en aan klager uitgereikt op 3 juni 2009. Klager heeft pas op 16 juni 2009 beroep ingesteld. Gelet op artikel 67, eerste lid, Bvt is dit zes dagen te laat. Het feit dat klager geen gebruik heeft
kunnen
maken van de computer is geen verschoonbare reden voor het verzuim. Hij had het beroepschrift ook met de hand kunnen schrijven. Mocht klager desondanks ontvangen worden in het beroep dan wordt gepersisteerd bij het tegenover de beklagrechter ingenomen
standpunt. Het hoofd van de inrichting kan zich vinden in de uitspraak van de beklagrechter. Klager heeft het gevraagde en geleende geld, weliswaar in twee fases, gewoon mogen opnemen.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klager om het beroep mondeling toe te lichten af.

Klager heeft aangevoerd dat het beroep te laat is ingediend omdat hij geen gebruik heeft kunnen maken van een computer. De beroepscommissie is van oordeel dat dit geen reden vormt voor het, gelet op de in artikel 67, eerste lid, Bvt vermelde termijn,
te laat indienen van het beroep. Klager had immers een handgeschreven beroepschrift kunnen indienen.

De beroepscommissie zal klager niet-ontvankelijk verklaren in het beroep.
Overigens had het beroep indien de beroepscommissie klager wel had ontvangen in het beroep niet tot een ander oordeel kunnen leiden dan dat van de beklagrechter.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 8 oktober 2009

secretaris voorzitter

Naar boven