Nummer: 09/1646/GB
Betreft: [klager] datum: 7 oktober 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 15 juni 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Klager is op 14 september 2009 in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam gehoord door een lid van de Raad.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 7 september 2008 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting van de locatie Westlinge. Op 29 april 2009 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Zuyderbos, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
2.2. Bij uitspraak van 28 juli 2009, met nummer 2009/8114, van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge te Heerhugowaard, is klagers beklag betreffende de disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel wegens een
positieve score na een urinecontrole ongegrond verklaard. Klager is niet in beroep gekomen waardoor deze uitspraak onherroepelijk is geworden.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft -zakelijk weergegeven- het volgende aangevoerd. Klager heeft na de urinecontrole een herhalingsonderzoek aangevraagd. Dit onderzoek bevestigde de eerdere uitslag. Er zat dus blijkbaar iets in klagers urine. Iemand moet iets in zijn
eten of drinken hebben gegooid. Klager kan dit niet bewijzen, want hij heeft er niets van gemerkt. Klager is een avond met zijn vriendin weggeweest. Waarschijnlijk heeft toen iemand iets in zijn glas gedaan. Klager heeft zijn glas wel zo goed mogelijk
in de gaten proberen te houden. Klager heeft in het verleden wel cocaïne gebruikt, maar doet dat niet meer. Hij is opgepakt wegens smokkel.
Klager wist overigens niet dat drugsgebruik tot terugplaatsing zou leiden. Mogelijk heeft hij de huisregels niet gelezen. Wel weet klager dat je tot vier maal toe een waarschuwing krijgt als je een joint hebt gerookt. Klager heeft er geen problemen mee
dat hem een disciplinaire straf is opgelegd, maar hij vindt terugplaatsing bij vermeend harddruggebruik een te zwaar middel.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is uit de beperkt beveiligde inrichting geplaatst omdat er, gelet op de uitslag van de urinecontrole, sprake is geweest van het gebruik van harddrugs. Conform het drugsontmoedigingsbeleid is een langer verblijf in een inrichting met regimair
verlof daarom niet meer mogelijk. Daarom is besloten klager weg te plaatsen. Klager kan zelf verantwoordelijk worden gesteld voor de positieve score. Het is immers de gedetineerde zelf die iets tot zich neemt. Hij wordt hiertoe niet verplicht. De
uitslag van de urinecontrole is leidend, niet de achtergrond van de inname.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Zuyderbos is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Na een gehouden urinecontrole heeft klager
positief gescoord op harddrugs. Klager heeft tegen deze beslissing geen beroep ingesteld, waarmee de uitspraak onherroepelijk is geworden. Dat klager thans aanvoert dat iemand iets in zijn eten of drinken zou moeten hebben gegooid, kan aan vorenstaande
niet afdoen.
Het beroep zal mitsdien ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 7 oktober 2009
secretaris voorzitter