Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1983/GB, 21 september 2009, beroep
Uitspraakdatum:21-09-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1983/GB

Betreft: [klager] datum: 21 september 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.C.W. Plaat, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 juli 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de Individuele Begeleidingsafdeling (i.b.a.) Haarlem ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 2 juni 2007 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (hierna: h.v.b.) Nieuwegein en werd op 25 juni 2009 geplaatst in de i.b.a. Haarlem. Op 31 juli 2009 is hij overgeplaatst naar unit 3 van de Penitentiaire Inrichtingen
(p.i.)
Vught.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft een procedure bij de Hoge Raad lopen. Deze zaak betreft de aan klager opgelegde maatregel en de huidige hechtenis. Klager wenst dat de uitspraak in cassatie wordt afgewacht voor er tot nadere selectie en overplaatsing over wordt gegaan.
Gelet op klagers persoonlijkheid en met name de ernst van zijn persoonlijke psychiatrische situatie dient klager in zijn vertrouwde omgeving, namelijk het h.v.b. Nieuwegein, te verblijven. Een overplaatsing vanwege de mogelijkheid van extra te bieden
zorg, hoe goed bedoeld ook, zal gelet op zijn problematiek een te zware belasting voor hem zijn.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Momenteel verblijft klager niet meer in de i.b.a. Haarlem. Hij is op grond van de opgemaakte rapportages doorgeplaatst naar unit 3 van de p.i. Vught. Dit op basis van adviezen van gedragsdeskundigen. Klager is eerst geselecteerd voor de i.b.a. Haarlem
omdat de zorgafdeling van het h.v.b. Nieuwegein werd gesloten en op basis van de bevindingen van de gedragsdeskundigen is besloten klager op de i.b.a. van Haarlem te plaatsen. Ook deze afdeling is inmiddels gesloten en klager is geplaatst in unit 3 van
de p.i. Vught. De selectiefunctionaris heeft een brief van de psycholoog van de i.b.a. Haarlem overgelegd waarin is opgenomen dat het noodzakelijk is om klager gezien zijn psychiatrische problematiek te plaatsen in een penitentiair psychiatrisch
zorgcentrum.

4. De beoordeling
4.1. De i.b.a. Haarlem is een afdeling voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 15 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling).

4.2. Artikel 15 van de Regeling bepaalt dat in de Individuele Begeleidingsafdelingen gedetineerden kunnen worden geplaatst die vanwege een psychiatrische stoornis, een persoonlijkheidsstoornis dan wel psychosociale problematiek extra begeleiding
behoeven en zich niet kunnen handhaven in een reguliere inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd is, in het
licht
van de reactie van de selectiefunctionaris op het beroepschrift, onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen.
Overigens merkt de beroepscommissie op dat gelet op hetgeen uit de stukken blijkt omtrent de toestand van klager, het zeer te betreuren is dat klager tweemaal is overgeplaatst, in juni 2009 en vervolgens in juli 2009, omdat de afdeling waar klager zich
bevond werd gesloten. Niet valt na te gaan of op het moment van de beslissing tot plaatsing van klager in Haarlem voorzienbaar was dat deze afdeling op termijn gesloten zou worden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 21 september 2009

secretaris voorzitter

Naar boven