Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2238/GV, 17 september 2009, beroep
Uitspraakdatum:17-09-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2238/GV

betreft: [klager] datum: 17 september 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 5 augustus 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klaagster om haar beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klaagsters verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klaagster heeft het beroep als volgt toegelicht. Klaagster heeft niemand waar zij haar verlof zou kunnen doorbrengen. Wel is zij bezig met Exodus, maar dat duurt allemaal nogal lang. Klaagster wil graag met verlof om nieuwe kleren te kopen. Zij is in
twee jaar 20 kilo afgevallen. Er is niemand die voor haar nieuwe kleding kan invoeren. Het zou haar goed doen even buiten te zijn, al is dat onder begeleiding. Op 1 juli 2008 is zij op eigen gelegenheid naar een kliniek geweest voor een intake en op
tijd weer teruggekeerd.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klaagsters verzoek om algemeen verlof is afgewezen omdat zij niet beschikt over een aanvaardbaar verlofadres. Zij geeft aan slechts naar buiten te willen om kleding te kopen.
Klaagster moet eerst zoeken naar een vorm van weekendopvang. Ook voor detentiefasering en terugkeer naar de maatschappij is dat van belang. Het bureau TR is bezig met opvang in een Exodushuis tevens met het regelen van maatschappelijke zaken. Daarbij
is
aangegeven dat klaagster zelf nauwelijks actie onderneemt maar zich wel dwingend en soms dreigend opstelt naar de dienstverlenende instanties. Tot slot heeft de inrichting aangegeven dat klaagster van de inrichting kleding kan krijgen.

Op klaagsters verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Nieuwersluis heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag en daarbij aangegeven een ingekort algemeen verlof te verlenen.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Arnhem heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verlenen van verlof.

3. De beoordeling
Klaagster ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek, wegens (poging tot) doodslag. Aansluitend dient zij een gevangenisstraf van 14 dagen, een vervangende hechtenis van 11 dagen en eventueel een subsidiaire hechtenis van één dag te
ondergaan. De einddatum detentie valt op 11 augustus 2010.

Op grond van artikel 4, aanhef en onder j, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting wordt een verlof geweigerd indien er sprake is van het ontbreken van een aanvaardbaar verlofadres. Blijkens de stukken beschikt klaagster in het geheel niet
over een verlofadres. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid een contra-indicatie vormt voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klaagster verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de
Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op voormelde weigeringsgrond, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 17 september 2009

secretaris voorzitter

Naar boven