Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1949/GB, 7 september 2009, beroep
Uitspraakdatum:07-09-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1949/GB

Betreft: [klager] datum: 7 september 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 juli 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de Gevangenis/ISD Zoetermeer afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 6 september 2007 gedetineerd. Hij verblijft in de Gevangenis Veenhuizen.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De Gevangenis Veenhuizen had de tweede voorkeur. Klager moet nog lang zitten en heeft het in Veenhuizen niet naar zijn zin. Klager wilde in de gevangenis Alphen aan den Rijn geplaatst worden. Klager zit te ver van huis. Zijn ouders hebben veel moeite
om
klager te bezoeken. Klager mist zijn ouders en wil ze elke week zien. Klager wil overgeplaatst worden naar de Gevangenis/ISD Zoetermeer. De reistijd is dan vijftien minuten. Nu is de reistijd drie uur.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft om bezoektechnische redenen om overplaatsing gevraagd naar de Gevangenis/ISD Zoetermeer. Zijn ouders wonen in Ypenburg en zijn vader is niet in staat om te reizen. Op 18 maart 2009 is klager overgeplaatst naar – de gevangenis van zijn
tweede voorkeur – de Gevangenis Veenhuizen. Er is rekening gehouden met klagers voorkeur. Daarom dient klager nu een dringende reden aan te geven voor een overplaatsing. Klagers vader wenst niet mee te werken aan het verkrijgen van een medische
verklaring. Ook wordt een overplaatsing naar de Gevangens/ISD Zoetermeer niet mogelijk geacht, omdat daar een relatie van het slachtoffer gedetineerd is.
Klager is in eerste aanleg veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf wegens een mediagevoelig delict gepleegd in Scheveningen. Hij wilde zo spoedig mogelijk uit het Huis van Bewaring Scheveningen geplaatst worden in de Gevangenis Veenhuizen in
verband met zijn veiligheid. Het gevaar van contact met relaties van het slachtoffer speelde toen ook. In de regio Den Haag zijn meer familieleden c.q. relaties van het slachtoffer gedetineerd. Daarnaast adviseert de inrichting ook negatief. Indien een
medische verklaring wordt verstrekt in verband met bezoekproblemen, dan zal in verband met de veiligheid van alle belanghebbenden bekeken moeten worden waar klager geplaatst kan worden.

4. De beoordeling
De selectiefunctionaris heeft klager op 30 maart 2009, conform zijn opgegeven tweede voorkeur, geplaatst in de Gevangenis Veenhuizen. Die keuze kan, mede gelet op de aan de selectiefunctionaris opgedragen taak van bewaking van een goede
capaciteitsbenutting van cellen in penitentiaire inrichtingen, niet onredelijk worden geacht. Hetgeen is aangevoerd over de bezoekmogelijkheden wordt – nu dat niet deugdelijk is onderbouwd – onvoldoende zwaarwegend geacht om tot een ander oordeel te
kunnen komen. De op de onder 3.2.genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris op 7 september 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven