Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0954/TA, 7 september 2009, beroep
Uitspraakdatum:07-09-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/954/TA

betreft: [klager] datum: 7 september 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 februari 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC De Rooyse Wissel, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 juli 2009, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...].

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. geluidsoverlast van de boven de tbs-afdeling gelegen afdeling van de p.i. Oosterhoek;
b. ongemotiveerd scoren ten aanzien van deelname aan blokken TLW (tijdsbesteding, leren en werken).

De beklagrechter heeft het beklag wat betreft onderdeel a van het beklag ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in onderdeel b van het beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De beklagrechter heeft klager ten onrechte niet gehoord over zijn klachten. De inrichting heeft onvoldoende gedaan om de geluidsoverlast te verhelpen. De
washandjes onder de poten van de stoelen op de IBA-afdeling van de p.i. Oosterhoek hebben weinig geholpen. Klager wil geen oordopjes. Hij kan dan de wekkerradio niet horen en hoort zichzelf ademen. Verder werd de directie van p.i. Oosterhoek bij de
controle op de geluidsoverlast vertegenwoordigd door iemand die niets van de situatie afweet.
De inrichting gaat er ten onrechte van uit dat deelname aan de socioblokken verplicht is. Met de sportblokken hoeft geen rekening te worden gehouden, deze vallen erbuiten. Er is tevens geen rekening gehouden met de door de inrichtingspsychiater
gestelde
diagnose. De inrichting wil klager niet financieel tegemoetkomen.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De geluidsoverlast is veroorzaakt door de gedetineerden van de afdeling IBA van de p.i. Oosterhoek. De afdeling IBA is gelegen
boven
de afdeling waar klager verblijft. Er zijn wel degelijk maatregelen genomen om iets aan de geluidsoverlast te doen. De afdeling IBA is nu verhuisd en komt niet meer terug. De geluidsoverlast is nu verdwenen. Wat betreft het niet volgen van de blokken
TLW wordt door klager onvoldoende duidelijk gemaakt waarom de andere verpleegden van zijn afdeling wel de blokken hebben gevolgd, terwijl ook zij met geluidsoverlast te maken hebben gehad.

3. De beoordeling
a.
Vast is komen te staan dat klager gedurende enige tijd geluidsoverlast heeft ondervonden van de gedetineerden van de afdeling IBA van de p.i. Oosterhoek. De afdeling IBA is gelegen boven de tbs-afdeling waar klager verblijft. De beroepscommissie stelt
vast dat de afdeling IBA onder verantwoordelijkheid valt van de directeur van de p.i. Oosterhoek en de tbs-afdeling onder verantwoordelijkheid van het hoofd van FPC De Rooyse Wissel. Op deze casus zijn verschillende beginselenwetten van toepassing,
namelijk de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) en de Bvt. Klager kan als verpleegde enkel op grond van de Bvt beklag indienen tegen beslissingen van het hoofd van de inrichting. Op de Pbw kan hij formeel geen beroep doen.
Vanuit het oogpunt van rechtsbescherming van een verpleegde is het onwenselijk dat de omstandigheid dat een tbs-inrichting en een p.i. in één gebouw of locatie zijn gehuisvest nadelige effecten zou hebben voor de rechtspositie van de verpleegde. Er is
geen reden in de onderhavige situatie ten aanzien van klagers recht op een leefbare leefomgeving andere maatstaven te hanteren dan bijvoorbeeld in de situatie dat de oorzaak van de klachten onder de directe verantwoordelijkheid van het hoofd van de
inrichting valt. Dit betekent dat in de onderhavige situatie op het hoofd van de inrichting een zorgplicht rust om de geluidsoverlast zoveel mogelijk te beperken, ook al kan het hoofd van de inrichting dit alleen bereiken door middel van overleg met
zijn collega van de p.i. Oosterhoek.

Uit de stukken en de ter zitting van de beroepscommissie gegeven toelichting is gebleken dat het hoofd van de inrichting zich de nodige inspanningen heeft getroost om in overleg met de directeur van de p.i. Oosterhoek tot een oplossing voor de
geluidsoverlast te komen. Na een periode met provisorische maatregelen heeft dit erin geresulteerd dat de afdeling IBA inmiddels is verhuisd en is vervangen door een afdeling voor langgestraften waarvan veel minder geluidsoverlast uitgaat. Het beroep
zal derhalve in zoverre ongegrond te worden verklaard.

b.
Hetgeen in beroep is aangevoerd, kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, prof. dr. F.A.M.M. Koenraadt en mr. R. Weenink, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 7 september 2009

secretaris voorzitter

Naar boven