Nummer: 09/1784/GB
Betreft: [klager] datum: 2 september 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.B. Boone, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 22 juni 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de Gevangenis Veenhuizen ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 28 januari 2008 gedetineerd. Hij verbleef in het Huis van bewaring voor mannen Zwolle. Op 29 april 2009 is hij geplaatst in de Gevangenis Veenhuizen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager meent te kunnen worden geplaatst in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). De politie, de reclassering, de afdeling Terugdringen Recidive (TR) en de inrichting waar klager thans verblijft, hebben geen bezwaar tegen plaatsing in een b.b.i..
De weigering om klager in een b.b.i. te plaatsen houdt alleen verband met het standpunt van het Openbaar Ministerie (OM) dat verwacht dat in hoger beroep een hogere straf zal worden opgelegd. In een latere toelichting op het beroep stelt klager dat in
hoger beroep geen hogere straf is opgelegd dan in eerste aanleg.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is een goed functionerende gedetineerde die in een regime van algehele gemeenschap past. Het OM heeft een negatief advies uitgebracht om klager in een b.b.i. te plaatsen omdat het OM een hogere straf gaat eisen in hoger beroep. De inrichting
heeft aangegeven het wenselijk te vinden dat klager in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap gaat werken aan gedragsinterventies alvorens aan klager verlof verleend kan worden. De selectiefunctionaris heeft klager geplaatst conform
zijn
voorkeur in de Gevangenis Veenhuizen.
4. De beoordeling
4.1. De Gevangenis Veenhuizen is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op de over zijn gedrag verstrekte gegevens, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau. Overigens is klager conform
zijn voorkeur geselecteerd voor de Gevangenis Veenhuizen. Gelet op het vorenstaande zal het beroep ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 2 september 2009
secretaris voorzitter