Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1958/GB, 31 augustus 2009, beroep
Uitspraakdatum:31-08-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1958/GB

Betreft: [klager] datum: 31 augustus 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 juli 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Maashegge te Overloon ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 27 juni 2007 gedetineerd. Klager verbleef vanaf 21 januari 2009 in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Maashegge en hij is op 30 juni 2009 overgeplaatst naar het h.v.b. Maashegge.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Om zijn terugkeer in de samenleving goed te kunnen voorbereiden wil klager zo snel mogelijk teruggeplaatst worden. De selectiefunctionaris heeft niet gereageerd op klagers verzoek tot plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.)
Maashegge.
Klager heeft negen maanden tevergeefs om een programma Terugdringen Recidive (TR) gevraagd en er is nooit mee gestart. Klager heeft daarover beklag ingesteld bij de beklagcommissie. Klager is nog steeds bereid ‘mee te denken over de wijze waarop de
problemen kunnen worden opgelost’.
Op pagina 2 van het selectieadvies staat dat een RISc is afgenomen. Dat is nooit gebeurd. De reclassering wilde eerst een psychologisch onderzoek. Op basis daarvan kon dan gestart worden met het opstellen van een TR-traject, waarin de RISc een eerste
stap zou moeten zijn. Het psychologisch onderzoek heeft nog steeds niet plaatsgevonden. Het is klager niet aan te rekenen dat deze hele gang van zaken tot frustraties heeft geleid.
Klagers fictieve einddatum is 21 september 2009.

De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 29 juni 2009 vanuit de b.b.i. Maashegge in afwachting van herselectie geselecteerd voor het h.v.b. Maashegge. Klager had tijdens het afnemen van de RISc voor het traject TR te kennen gegeven niet langer mee te willen werken aan
interventies. Hij heeft dit mondeling medegedeeld en dit later schriftelijk bevestigd. Klager komt niet in aanmerking voor detentiefasering, omdat hij niet wil deelnemen aan het traject TR. In ieder geval kan geen regimair verlof worden toegekend.
Gekozen is voor een tijdelijke plaatsing in een h.v.b. in afwachting van herselectie.

4. De beoordeling
Op grond van artikel 3, vierde lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen gedetineerden die deelname weigeren, dan wel hun deelname weigeren voort te zetten, aan een traject in het kader van het programma TR niet
in aanmerking voor regimesgebonden verlof.

Uit het selectieadvies van de inrichting van 29 juni 2009 blijkt dat klager tijdens het afnemen van de RISc voor zijn TR-traject te kennen heeft gegeven niet mee te willen werken aan interventies. Klager heeft later schriftelijk aangegeven niet langer
te willen samenwerken met zijn TR-begeleider.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en omstandigheden, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 31 augustus 2009.
secretaris voorzitter

Naar boven