nummer: 09/970/TB
betreft: [klager] datum: 26 augustus 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 27 maart 2009 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. L.E. Calis om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager over te plaatsen naar het forensisch psychiatrisch centrum De Rooyse Wissel te Venray (hierna: de Rooyse Wissel).
2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege.
Klager is op 31 maart 2006 geplaatst in het forensisch psychiatrisch centrum Dr. S. van Mesdag (hierna: Dr. S. van Mesdag). Bij brief van 5 maart 2009 is het voornemen van die inrichting tot overplaatsing van klager naar de Rooyse Wissel in het kader
van een ruiling aan de Staatssecretaris kenbaar gemaakt. De Staatssecretaris heeft op 27 maart 2009 beslist klager over te plaatsen naar de Rooyse Wissel te Grave. Deze overplaatsing is op 30 maart 2009 gerealiseerd.
3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft de beslissing op 27 maart 2009 ontvangen. Op 1 april 2009 heeft hij zijn beroepschrift, dat gedateerd is 1 april 2009, tijdig overhandigd aan het personeelslid genaamd [...] met het verzoek om dit zo spoedig mogelijk te verzenden. Klager
is
redelijkerwijs niet in verzuim geweest. Het is voor hem niet mogelijk om zelf voor verzending zorg te dragen.
Klagers ouders kunnen hem in Grave wegens medische redenen niet bezoeken. Dit is door klager al duidelijk gemaakt in februari 2007. Sinds 31 maart 2006 is hij in een tbs-inrichting ver weg van Den Haag geplaatst. Klager heeft sinds die tijd zijn ouders
maar eenmaal kunnen zien door een omgekeerde bezoekregeling. Dit is voor hem zeer moeilijk en nauwelijks te verkroppen omdat andere patiënten wel in de buurt van familie verblijven, die regelmatig op bezoek komt.
Voor het verloop van klagers tbs-behandeling en resocialisatie in de toekomst, is het hebben van een netwerk een uiterst belangrijke en noodzakelijke voorwaarde. Er is sprake van zwaarwegende belangen op grond waarvan besloten dient te worden dat
regionale plaatsing wel voorrang heeft. Door geen gehoor te geven aan de regionale voorkeur van klager, wordt klager in feite dubbel gestraft. Hij dient én een tbs-maatregel te ondergaan én hij mag zijn ouders jaren niet zien. Klager acht dit zeer
onrechtvaardig en niet in verhouding staan tot de feiten. Zijn tbs-maatregel heeft wel degelijk kans van slagen mits hij in een inrichting in de regio van Den Haag wordt geplaatst. Klager verblijft thans op een motivatieafdeling en dient overgeplaatst
te worden naar een behandelafdeling. Verzocht wordt om klager te ontvangen in het beroep, het beroep gegrond te verklaren en klager over te plaatsten naar een tbs-inrichting in de regio van Den Haag.
Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Klager heeft geen geldige reden opgegeven voor termijnoverschrijding en wordt niet-ontvankelijk in het beroep geacht.
Aan de bestreden beslissing ligt het verzoek tot herselectie van de Van Mesdagkliniek van 5 maart 2009 ten grondslag. Uit het verzoek blijkt dat klagers opname nauwelijks tot behandelresultaat heeft geleid. Zijn behandeling is moeizaam verlopen en
wordt
gekenmerkt door grensoverschrijdend gedrag. De inrichting acht voortzetting van de behandeling in die inrichting niet geïndiceerd. Met de overplaatsing wordt klager een nieuwe behandelpoging geboden in een andere inrichting. Het belang van een snelle
overplaatsing en behandeling gaat volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie voor persoonlijke voorkeuren zoals plaatsing in de regio van zijn sociale netwerk. In de Rooyse zal opnieuw getracht worden om klager te behandelen, waarbij
resocialisatiedoeleinden voorop zullen staan.
4. De beoordeling
Namens klager is aangevoerd dat hij de bestreden beslissing op 27 maart 2009 heeft ontvangen en zijn beroepschrift tijdig op 1 april 2009 heeft overhandigd aan een personeelslid met het verzoek om dit zo spoedig mogelijk te verzenden. Op de envelop
waarin het beroepschrift is verzonden, is geen poststempel aangetroffen.
Gelet op het bovenstaande zal de beroepscommissie klager het voordeel van de twijfel geven en hem ontvangen in het beroep.
Bij de overplaatsing van tbs-gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in haar overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de tbs-gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de tbs-gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.
Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Staatssecretaris geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere tbs-gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten vrouwen,
zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke tbs-gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.
Naar de Staatssecretaris heeft aangegeven is ten aanzien van klager sprake van een ruiling en vindt in dat geval door de Staatssecretaris geen toetsing aan bovengenoemde criteria plaats. De Staatssecretaris beoordeelt of door de inrichtingen, die de
wenselijkheid van een ruiling beoordelen, is voldaan aan de procedurele voorschriften.
De Staatssecretaris heeft de bestreden beslissing genomen onder verwijzing naar de brief van 5 maart 2009 van het hoofd van de Dr. S. van Mesdag.
In die brief staat vermeld dat de behandeling van klager in de inrichting moeizaam is verlopen en dat er nauwelijks kan worden gesproken van behandelvoortgang. Er is sprake van grensoverschrijdend gedrag zoals bedreigingen geuit naar medepatiënten en
personeel. Voorts zijn er softdrugs, een mobiele telefoon en apparatuur, waarmee een internetverbinding gelegd kan worden, in klagers verblijfsruimte aangetroffen. Voorzetting van de behandeling in de inrichting wordt niet geïndiceerd geacht.
Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft klager geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden overplaatsingsbeslissing heeft mogen komen.
Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden van zijn ouders is niet onderbouwd met medische verklaringen en kan ook om die reden evenmin tot een ander oordeel leiden. De beroepscommissie stelt vast dat (momenteel) het merendeel van
de
tbs-inrichtingen in het noorden en oosten van het land zijn gesitueerd terwijl veel tbs-gestelden afkomstig zijn uit het westen en hun vrienden, familie en overig sociaal netwerk veelal eveneens woonachtig zijn in het westen van het land. Indien in
alle
gevallen rekening zou worden gehouden met de regionale voorkeur van tbs-gestelden, zou dit leiden tot vergroting van de wachtlijsten voor plaatsing in een tbs-inrichting en verlenging van de passantentermijn. Het belang dat tbs-gestelden zo snel
mogelijk worden geplaatst opdat hun behandeling zo spoedig mogelijk kan aanvangen weegt daarom in de regel zwaarder dan eventuele regionale voorkeur.
De beroepscommissie is voorts niet gebleken van een, uit het oogpunt van het belang van klagers behandeling, zodanig sterke wenselijkheid van plaatsing van klager in een bepaalde regio ten behoeve van bezoekmogelijkheden, dat dit dient te prevaleren
boven het belang van een overplaatsing op korte termijn. Het is aan de inrichting te bepalen in hoeverre het in het kader van klagers behandeling van belang zal zijn dat zijn familieleden daarbij worden betrokken. De wijze waarop door een
tbs-inrichting
invulling wordt gegeven aan een tbs-behandeling staat niet ter beoordeling van de beroepscommissie.
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager over te plaatsen naar de Rooyse Wissel, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 26 augustus 2009
secretaris voorzitter