Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1563/GB, 20 augustus 2009, beroep
Uitspraakdatum:20-08-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1563/GB

Betreft: [klager] datum: 20 augustus 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 juni 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.J. van der Velden, op 5 augustus 2009 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing tot beëindiging van zijn deelname aan een penitentiair programma (p.p.) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 1 november 2006 gedetineerd. Hij is geselecteerd voor deelname aan een p.p. Op 12 mei 2009 is het programma aangevangen en is klager administratief ondergebracht bij de penitentiaire inrichting administratief (PIA) Haarlem. Op 29 mei
2009 is beslist tot beëindiging van klagers deelname aan het p.p. Op 28 mei 2009 is klager als passant geplaatst in het huis van bewaring (h.v.b.) Haarlem.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Bij het kennismakingsgesprek voor het werk was de reclassering aanwezig. De eerste werkweek verliep goed. Klager moest in de tweede week werken in de buurt van de plaats delict. Klager heeft maandag verteld dat hij niet in de buurt van het slachtoffer
wil werken. Dat hoefde maandag ook niet. Dinsdag moest klager daar toch werken. Daarop vroeg hij aan de werkmeester om daarover contact op te nemen met de reclassering. De werkmeester antwoordde dat klager moest werken of naar huis kon gaan. Klager is
niet naar huis gegaan, omdat dat het einde van het p.p. zou betekenen. Klager was boos tijdens dat gesprek. Klager heeft gevraagd hoe het zit met zijn veiligheid. De werkmeester antwoordde daarop dat hij klagers veiligheid niet kon garanderen. Daarop
heeft klager gezegd dat hij zelf voor zijn veiligheid moet zorgen. Hij heeft overigens gewoon gewerkt. Woensdag moest klager ineens naar de reclassering. Tijdens het gesprek met de reclassering werd gesproken over een wapen. Klager had helemaal niets
gezegd over een wapen. Hij had aan de werkmeester gevraagd ‘moet ik zelf zorgen voor mijn veiligheid?’. Donderdag ging klager naar de levensstijltraining. Hij heeft daar niet aan deelgenomen omdat hij zich direct in Haarlem moest melden. Hij is met de
taxi gegaan omdat er spoed bij was. Toen hij in Haarlem was, is hij niet meer naar buiten geweest. Klager zit nu twee en een halve maand in het h.v.b. Haarlem. Hij zit 23 uur per dag binnen en is tien kilo afgevallen. Klager heeft geen bezwaar tegen
werk in een andere buurt. Het [stadsgebied] is geen [wijk], maar het is op 5 á 10 minuten loopafstand gelegen van de plek waar het delict plaatsvond waarvoor hij veroordeeld is. Klager wil de familie van het slachtoffer niet uitdagen door in hun woon-
en leefgebied te werken. Klager heeft drie jaar binnengezeten en heeft nimmer een rapport gehad. Klager reist met het openbaar vervoer. Tijdens zijn verlof en voor het werk moet hij ook met het openbaar vervoer reizen, omdat er geen andere mogelijkheid
is. Zijn rijbewijs is ingevorderd tot het einde van zijn detentie.
De reden voor de beëindiging van het p.p. is dat klager heeft gezegd dat hij voor zijn eigen veiligheid moet zorgen. Die uitlating is uit zijn verband getrokken. Er is niet gesproken over een wapen. Er is ook geen rapport waarin dat staat. De
reclassering heeft dat van horen zeggen. De selectiefunctionaris neemt dat vervolgens over in zijn beslissing. Bovendien is klager gelijk ingesloten. Dat is een zware sanctie met grote gevolgen voor klager en diens familie. Een gesprek was meer gepast
geweest, mede gezien het doel van klagers terugkeer in de maatschappij.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Bij de voorbereiding op het p.p. is met klager gesproken over mogelijke dreigingen uit de hoek van slachtoffers. Klager gaf aan dat hij geen problemen verwachtte. Tijdens het p.p. heeft klager aangegeven zich onveilig te voelen en dat hij ander werk
moest hebben. De begeleiders hebben klager meegedeeld dat hij de opgedragen werkzaamheden kon uitvoeren. Klager reageerde daarop dat hij voor zijn eigen veiligheid zou zorgen en dat een eventueel bloedbad de verantwoordelijkheid van de reclassering zou
zijn. De directeur van de PIA Haarlem adviseerde, op verzoek van de reclassering, om het p.p. te beëindigen. Het is onacceptabel dat gedetineerden zich gedurende hun detentie gaan voorzien van vuurwapens of dreigen zich te gaan voorzien van vuurwapens.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. Uit het adviesrapport van 29 mei 2009 van de reclassering – op grond waarvan is besloten tot de beëindiging van klagers p.p. – volgt dat klager aan de werkmeester heeft aangegeven dat hij niet op de aangewezen locatie wilde werken in verband
met
zijn veiligheid en dat hij gesuggereerd heeft dat hij een wapen zou meenemen voor zijn veiligheid. Uit de stukken volgt verder dat door klagers opmerking over zijn veiligheid kennelijk de suggestie is gewekt dat klager zich zal bewapenen. Klager heeft
benadrukt dat hij niet over een wapen heeft gesproken. De beroepscommissie acht dat ook niet voldoende aannemelijk geworden. De beroepscommissie oordeelt dat de uitlating over het voor de eigen veiligheid moeten zorgen, onvoldoende is om de suggestie
te
wekken dat klager zich tijdens zijn werk zal bewapenen. Nu er verder geen andere gronden zijn om het p.p. te beëindigen, oordeelt zij dat de selectiefunctionaris in de gegeven omstandigheden niet had kunnen besluiten tot beëindiging van klagers p.p. De
op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen dan ook als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden
vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of
enige
tegemoetkoming aan klager geboden is.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 20 augustus 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven