nummer: 09/2224/GV
betreft: [klager] datum: 18 augustus 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 30 juli 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot incidenteel verlof zonder begeleiding afgewezen en incidenteel verlof onder begeleiding (op 11 augustus 2009) toegestaan.
2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager begrijpt niet waarom hij geen incidenteel verlof krijgt zonder begeleiding. Hij is eerder wel op onbegeleid verlof geweest. Daarvan is hij, zonder dat zich incidenten hebben voorgedaan, teruggekeerd.
Hij vraagt zich af waarom er nu opeens geen vertrouwen meer in hem zou zijn. Klager wil er graag alles aan doen om na zijn detentie terug te keren naar zijn gezin. Dat is een van de redenen waarom hij in Groot Batelaar wil worden behandeld. Klager wil
graag de exacte reden kennen voor de beslissing dat er begeleiding dient te zijn.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft om incidenteel verlof verzocht voor een intake bij Groot Batelaar in Lunteren. Klager verblijft sinds 20 april 2009 in het huis van bewaring (h.v.b.) van de KPO-afdeling van het Penitentiair Selectiecentrum te Den Haag en functioneert daar
prima. Hij heeft aangegeven zo goed mogelijk terug te willen keren in de maatschappij. Klager heeft nog geen vrijheden gehad tijdens zijn huidige detentie. Aan het Openbaar Ministerie (OM) is advies gevraagd omdat klagers strafzaak in behandeling is
bij
de Hoge Raad. Het OM heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de verlening van het verzocht verlof, mits onder begeleiding. Om die reden is het verzochte incidenteel verlof toegestaan. Uit klagers documentatie komt naar voren dat verzoeker sinds
1988 regelmatig met politie en justitie in aanraking is gekomen. Klager wordt door deze beslissing in de gelegenheid gesteld een intakegesprek te voeren bij Groot Batelaar.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van voormeld h.v.b. heeft geadviseerd klager incidenteel verlof te verlenen onder begeleiding.
De Advocaat-Generaal bij het ressortsparket te ’s-Gravenhage heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het verlenen van incidenteel verlof, mits een en ander onder begeleiding van medewerkers van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O)
geschiedt.
3. De beoordeling
Klager is preventief gehecht. Hij is in afwachting van de uitspraak van de Hoge Raad op het beroep in cassatie. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 6 september 2010.
Uit de bestreden beslissing valt niet op te maken wat de reden was voor de bepaling dat het incidentele verlof enkel onder begeleiding kan plaatsvinden. In de toelichting op die beslissing geeft de Staatssecretaris aan dat de beslissing om begeleiding
te verbinden aan het toe te kennen verlof is genomen op grond van (met name) het negatieve advies van het OM.
In dat positieve advies heeft de Advocaat-Generaal evenwel enkel aangegeven “wel met DVO-begeleiding”. Dit advies is kennelijk doorslaggevend geweest voor het aan het verlof verbinden van de voorwaarde van begeleiding. Nu niet kan blijken dat dit niet
nader onderbouwde advies is afgewogen ten opzichte van hetgeen door de klager is gesteld over een eerder verleend verlof en de bevindingen omtrent klagers gedrag in de detentie, mede gezien artikel 29 lid 3 van de Regeling tijdelijk verlaten van de
inrichting, waarin staat dat incidenteel verlof voor een intakegesprek niet kan worden verleend aan gedetineerden die de inrichting slechts onder bewaking kunnen verlaten, is de bestreden beslissing onvoldoende met redenen omkleed. Het beroep is daarom
gegrond. Nu het incidentele verlof was verleend voor een intakegesprek op 11 augustus 2009, welk intakegesprek blijkens telefonische mededeling van een medewerker van het h.v.b. is uitgesteld tot 25 augustus 2009, is er aanleiding om de bestreden
beslissing te vernietigen en aan de selectiefunctionaris opdracht te geven om alsnog voor die datum een nieuwe beslissing te nemen.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op voor 25 augustus 2009 een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 18 augustus 2009.
secretaris voorzitter