Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2026/GV, 17 augustus 2009, beroep
Uitspraakdatum:17-08-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2026/GV

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.H. van Dijk, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 16 juli 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers dochter is op 23 juni 2009 geboren. Klager wil een kraambezoek afleggen. In de bestreden beslissing is geen gehoor gegeven aan het standpunt van de beroepscommissie in de uitspraak van 14 juli
2009 met kenmerk 09/1554/GV, dat het afwijkende standpunt van het OM steun moet vinden in een schrijven van het OM. Klager is niet bekend met een gewijzigd standpunt van de Advocaat-Generaal. Het humanitaire standpunt van de Advocaat-Generaal wordt
bevestigd in het herstelde proces-verbaal van het Gerechtshof Amsterdam. Het standpunt van de Staatssecretaris dat de veiligheid van justitiepersoneel niet kan worden gegarandeerd in een voor hen onbekende omgeving, valt niet te rijmen met de
omstandigheid dat klager onlangs onder begeleiding een medisch specialist heeft bezocht. Klager kan niet worden tegengeworpen dat gelet op artikel 80, zesde lid, Sv het Gerechtshof niet bevoegd is strafonderbreking te verlenen. Het bezoek van 16 juli
2009 betreft een opgespaard bezoek en geen extra bezoek. Het is klagers vrouw niet toegestaan een fotocamera mee te nemen naar de inrichting voor het maken van een (eerste) foto van de pasgeborene met haar vader. Klager en zijn vrouw ervaren dit als
bezwaarlijk en belastend, niet in de laatste plaats voor het kind zelf dat daarmee dit memorabele ‘kiekje’ontnomen wordt. Een bezoek in de inrichting en een kraambezoek thuis kan ook hierom niet aan elkaar gelijk worden gesteld. Het recht op familie-,
privé- of gezinsleven wordt op onredelijke wijze doorkruist.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Aangezien de vrouw van klager al verschillende malen (28 juni en 3 en 12 juli 2009) bij haar man op bezoek is geweest, is de noodzaak van een begeleid incidenteel verlof komen
te vervallen. Op 16 juli 2009 heeft klager tweeëneenhalf uur bezoek zonder toezicht genoten. Omdat dit bezoek geen extra bezoek betrof, is de directeur van de gevangenis Veenhuizen verzocht klager ter compensatie van de eerdere gegrondverklaring een
extra bezoek toe te kennen. De directeur is hiermee akkoord gegaan en het extra bezoek staat gepland op 9 augustus 2009. Binnen de inrichting zijn er mogelijkheden om foto’s te maken.

3. De beoordeling
In haar uitspraak van 14 juli 2009 met nummer 09/1554/GV heeft de beroepscommissie het door klager ingestelde beroep tegen de afwijzing van het verzoek om incidenteel begeleid verlof gegrond verklaard en de Staatssecretaris opgedragen binnen een
termijn
van een week een nieuwe beslissing te nemen. Op 16 juli 2009 heeft de Staatssecretaris een nieuwe beslissing genomen en andermaal besloten het verzoek om incidenteel verlof af te wijzen.

Krachtens artikel 21 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling), kan incidenteel verlof worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid
noodzakelijk is. De Staatssecretaris stelt dat klagers vrouw op 28 juni en op 3, 12 en 16 juli 2009 klager heeft bezocht. Tevens is een extra bezoek goedgekeurd op 9 augustus 2009. Daarmee is onvoldoende komen vast te staan dat het afleggen van een
kraambezoek thans nog noodzakelijk is. Nu tevens is gebleken dat het mogelijk is in de inrichting foto’s te laten maken van klager met zijn dochter, kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet
als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Aan de omstandigheid dat geen schrijven is overgelegd waarin het OM haar standpunt omtrent de verlening van verlof verduidelijkt, kan gelet op de nieuwe feiten geen doorslaggevende betekenis worden
toegekend. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris,
op 17 augustus 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven