nummer: 09/1183/TA
betreft: [klager] datum: 3 augustus 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N.A. Heidanus, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van de beklagcommissie bij FPC Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 24 juli 2009, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...] gehoord. Klager en zijn raadsman, mr. N.A. Heidanus, hebben schriftelijk laten weten niet ter
zitting te zullen verschijnen.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de urinecontrole op 28 februari 2008 en de oplegging van een drugsmaatregel;
b. het ontvangen van schouderklopjes;
c. de separatie met ingang van 13 maart 2008;
d. de afzondering op de eigen kamer met ingang van 18 maart 2008;
e. de duur van de afzondering;
f. de overplaatsing naar Grittenveld.
De beklagcommissie heeft het beklag wat betreft de onderdelen a, c, d en e ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag wat betreft de onderdelen b en f, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten
Namens klager is in beroep verwezen naar het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt, dat het volgende inhoudt.
Op 28 februari 2008 is om 07.15 uur aan klager een urinecontrole aangezegd. Klager ging er vanuit dat hij daarvoor tot 11.45 uur de tijd had, maar dit bleek 11.15 uur te zijn, terwijl klager altijd tot 11.45 uur kon urineren. Aan klager werd daarom een
drugsmaatregel opgelegd, waardoor hij zich in zijn goede naam voelt aangetast.
Klager krijgt in de inrichting standaard drie schouderklopjes in de week van het personeel. Klager wil niet aangeraakt worden en het personeel is hiervan op de hoogte.
Klager is gesepareerd en daarna in afzondering geplaatst in de eigen verblijfsruimte in verband met de vondst van contrabande in de vorm van zogenaamde wapens. De verblijfsruimte van klager is volledig doorzocht, maar daar is niets belastends gevonden.
Het tuingereedschap dat in de kliniektuin is gevonden, is ten onrechte als wapens bestempeld. Klager heeft geen enkele reële aanleiding gegeven voor de opgelegde maatregelen.
Klager is als vervolg daarop in april 2008 ten onrechte overgeplaatst naar Grittenveld om hem te motiveren.
In de tussenbeslissing van het Gerechtshof Arnhem van 23 december 2008 en 26 mei 2009 wordt duidelijk gemaakt dat de inrichting uiterst onzorgvuldig en onrechtmatig met de belangen van klager omgaat. Het Gerechtshof is daarom van oordeel dat toegewerkt
moet worden naar beëindiging van de dwangverpleging.
De aan klager opgelegde maatregelen zijn onbegrijpelijk en onredelijk. Hierbij is de houding van de directeur en de adjunct-directeur verbazingwekkend en storend, doordat zij aanvankelijk zonder reserves excuses hebben gemaakt voor de gang van zaken,
maar vervolgens daarvan terug zijn gekomen.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De separatie, de kamerafzondering en de overplaatsing naar Grittenveld vloeiden voort uit de vondst van zelf gemaakt, op wapens gelijkend, gereedschap in klagers kastje in de schuur in de tuin waar klager werkt. Klager zit thans nog steeds op de
time-out-afdeling in Grittenveld. Het PBC wilde klager niet opnemen. De opname in Grittenveld is doorgaans voor een periode van ongeveer zes weken. Er is echter nog steeds sprake van een impasse; met klager valt niet meer te spreken en hij wil niet
teruggeplaatst worden naar Veldzicht in Balkbrug. Voorlopig is niet duidelijk wat met klager moet gebeuren.
De excuusbrief van de directeur aan klager is onbegrijpelijk, want deze sluit niet aan bij hetgeen daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
Urinecontroles worden steeds aangezegd om 07.15 uur, waarna de ter beschikking gestelde vier uur de tijd heeft om te urineren. Dit staat in de huisregels en het sluit aan bij de wettelijke regelgeving terzake.
De klacht over de schouderklopjes is buiten proportie; klager heeft slechts twee maal een schouderklopje gekregen gedurende zijn verblijf in Balkbrug.
3. De beoordeling
a en b
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op deze onderdelen van het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.
c, d, e en f
In zijn brief van 4 april 2008 aan klager heeft de raadsman verslag gedaan van een telefoongesprek dat hij kort daarvoor met de directeur van de inrichting had gevoerd. In dat gesprek zou de directeur hebben medegedeeld dat er eigenlijk niets aan de
hand was geweest, dat hij het betreurde dat aan klager beperkende maatregelen waren opgelegd en dat een oprecht excuus op zijn plaats was. In zijn brief van 27 januari 2009 aan de beklagcommissie heeft de raadsman voorts verwezen naar een door hem
gevoerd gesprek met klager en de adjunct-directeur op 17 juni 2008, waarin ook de adjunct-directeur te kennen zou hebben gegeven dat de opgelegde maatregelen niet juist zijn geweest. In beklag en thans in beroep is de juistheid van de weergave van die
gesprekken niet bestreden, zodat daarvan moet worden uitgegaan. Voorts moet als vaststaand worden aangenomen dat de directeur in een -zich niet bij de stukken bevindende- brief aan klager excuses heeft aangeboden voor de hem opgelegde beperkende
maatregelen.
Met het voorgaande is niet in overeenstemming dat het hoofd van de inrichting voor de beklagcommissie heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beklag, nu de vorenvermelde uitlatingen tegenover klagers raadsman juist op een tegenovergestelde
opvatting duiden. Gelet op de aan klager en zijn raadsman gedane mededelingen, op de juistheid waarvan zij hebben mogen afgaan, moet het er dan ook voor worden gehouden dat deze representatief waren voor het standpunt van de inrichting. Het in het
verweerschrift van 15 januari 2009 aangevoerde argument dat de brief met excuses was bedoeld om de hectische situatie met klager te doen beëindigen en niet om klager in het gelijk te stellen, kan daaraan niet afdoen, nu het niet aangaat serieus te
nemen
mededelingen van de kant van de inrichting betekenis te ontnemen door deze in het kader van een door klager doorgezette klachtprocedure in te trekken. In dit verband kan aan de mededeling van [...] ter zitting dat de brief van de directeur
onbegrijpelijk is, nu deze niet aansloot bij hetgeen daadwerkelijk was gebeurd, geen doorslaggevende betekenis worden toegekend.
De overplaatsing van FPC Veldzicht te Balkbrug naar de time-out-afdeling in Grittenveld dient te worden beschouwd als een interne overplaatsing waartegen in beginsel geen beklag openstaat. Nu klager echter stelt dat hij in Grittenveld geen behandeling
ontvangt, is klager op grond van artikel 56, eerste lid, onder e, van de Bvt ontvankelijk in zijn beklag.
Wat betreft de overplaatsing naar de time-out-afdeling overweegt de beroepscommissie dat deze doorgaans voor een periode van ongeveer zes weken is. Klager verblijft echter al vanaf begin april 2008 in Grittenveld, derhalve een periode van bijna 16
maanden, zonder dat enig uitzicht bestaat op terugplaatsing naar een reguliere afdeling van Veldzicht of van een (aanvraag voor een) overplaatsing naar een andere tbs-inrichting.
Het voorgaande brengt de beroepscommissie tot het oordeel dat klager ten onrechte is onderworpen aan de beperkende maatregelen en de overplaatsing naar Grittenveld in het voetspoor daarvan, terwijl het verblijf van klager op Grittenveld onevenredig
lang
duurt.
Het beroep is derhalve gegrond. De beslissing van de beklagcommissie dient in zoverre te worden vernietigd en de beklagen dienen alsnog gegrond te worden verklaard.
Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. Het hoofd van de inrichting is in de gelegenheid gesteld zijn standpunt hieromtrent te bepalen. De beroepscommissie stelt deze vast
op
€ 300,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond wat betreft de onderdelen a en b van het beklag en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond wat betreft de onderdelen c, d, e en f, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre en verklaart het beklag op deze onderdelen alsnog gegrond.
Zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 300,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, prof. dr. F.A.M.M. Koenraadt en mr. R. Weenink, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 3 augustus 2009
secretaris voorzitter