Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3334/GA, 28 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:28-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/3334/GA

betreft: [klager] datum: 28 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 december 2008 van de beklagcommissie bij de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten (b.g.g.) De Schie te Rotterdam

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 april 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij de b.g.g. De Schie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering klager toe te staan een telefoongesprek te voeren met zijn zuster in Spanje.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft geen familie in Nederland. Klagers zus woont in Spanje. Klager heeft ter zitting van de beroepscommissie een afschrift van de
telefoonrekening van zijn zus overgelegd. Het telefoonnummer en adres zijn eenvoudig te controleren. Het bevreemdt klager overigens dat zij wel op bezoek mag komen. Klager begrijpt de weigering ook niet. De telefoongesprekken kunnen worden opgenomen.
Dit is een stok achter de deur. Klager zit een gevangenisstraf uit van tien jaar tot 2012.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft het risicoprofiel “hoog” waardoor specifieke toezichtsmaatregelen van kracht zijn. De telefooncontacten worden door het GRIP
gescreend.
Het GRIP geeft aan hiertoe niet in staat te zijn. Het screenen van buitenlandse telefoonnummers dient via een internationaal rechtshulpverzoek plaats te vinden. Het risicoprofiel wordt vastgesteld door een commissie. De directeur heeft aandacht
gevraagd
voor de problemen zoals die in het overhavige geval naar voren komen.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 58, tweede lid onder c, jo. artikel 39, derde lid, van de Pbw dient de directeur van de beslissing dat een bepaald telefoongesprek niet wordt toegestaan, aan de gedetineerde een schriftelijke mededeling uit te reiken. Aan klager is
geweigerd met zijn zus in Spanje te telefoneren. Van deze weigering is geen schriftelijke mededeling aan klager uitgereikt. Het beroep dient derhalve alleen al om formele redenen gegrond te worden verklaard.

Voor wat betreft de inhoud van de beslissing: De directeur verwijst ter onderbouwing van zijn beslissing naar de circulaire van 31 januari 2008 (5522999/07/DJI) van de Staatssecretaris van Justitie die inhoudt dat voor gedetineerden die voorkomen op de
‘Lijst gedetineerden met een vlucht-/maatschappelijk risico (lijst GVM)’ bepaalde (aanvullende) beveiligings- en toezichtmaatregelen nodig zijn. De beslissing tot plaatsing op de GVM-lijst wordt genomen door het (landelijk) Operationeel Overleg (OO).
Onderdeel van de toezichtsmaatregelen voor gedetineerden die vallen onder het risicoprofiel ‘hoog’, is dat de contacten met de buitenwereld zijn onderworpen aan een screening.

In het onderhavige geval is, zoals de directeur aangeeft, een screening van een buitenlands telefoonnummer, die door het GRIP dient te worden uitgevoerd, niet mogelijk, dan wel alleen via een internationaal rechtshulpverzoek te realiseren. Dit argument
is voor de directeur niet voldoende voor weigering van het contact. Niet valt in te zien waarom op grond van de beschikbare gegevens (naam, telefoonnummer, adres en huisnummer) door het GRIP geen – beperkte – screening valt uit te voeren. Mocht nader
onderzoek nodig zijn dan is hiervoor de – juridische – mogelijkheid via de bestaande politiële en justitiële internationale contacten (bijvoorbeeld Europol). Het achterwege laten van deze screening door het GRIP en het hierop baseren van de weigering
van de directeur is zeker niet acceptabel in het licht van het grote belang dat voor klager is gemoeid met het onderhouden van dit telefonisch contact. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat klager geen familie in Nederland heeft; zijn
familie is woonachtig in Spanje. Dit zou betekenen dat klager nimmer telefonische contacten zou kunnen onderhouden met zijn familie.
De directeur dient zich een zelfstandig oordeel te vormen over de weigering van het contact en over het risico van het achterwege blijven van een screening, zeker nu het desbetreffende familielid wel in staat wordt gesteld op bezoek te komen.

Het beroep dient derhalve op formele en materiële gronden gegrond te worden verklaard. Het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard en de directeur zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De
beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager en stelt deze vast op € 25,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt de directeur op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, L. Diepenhorst MPA en prof. dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 28 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven