Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1529/GV, 13 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:13-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1529/GV

betreft: [klager] datum: 13 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 mei 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft de afwijzende beslissing pas op 3 juni 2009 ontvangen. Klager is zich ervan bewust dat hij nog maar een paar maanden detentie heeft te ondergaan. Echter, voor hem is het zeer belangrijk nu met
verlof te gaan, omdat zijn dochter van acht jaar in een ernstige depressie is geraakt. Zij huilt veel, slaapt slecht en vraagt dan altijd naar klager. Het enige wat hierbij kan helpen is als klager een paar dagen met haar kan doorbrengen in Nederland.
Zij zal dan bij klagers zus in Nieuwegein verblijven. Er is dus geen sprake van vertrek of ontvluchting naar het buitenland Klager wil zich niet aan zijn straf onttrekken. Hij wil met een schone lei een nieuw leven beginnen. Klager heeft zich tijdens
zijn detentie strikt aan de regels gehouden.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Volgens het meldpunt GRIP is er reden om aan te nemen, dat klager tijdens een eventueel verlof zich aan zijn detentie wil onttrekken en zal uitwijken naar Tsjechië. Deze
informatie zou uit meerdere bronnen afkomstig zijn en is ook thans nog actueel. Ook acht het GRIP het niet ondenkbaar dat klager andere wegen zal gaan zoeken om zich aan zijn detentie te onttrekken. In verband met bronafscherming kan het GRIP geen
verdere mededelingen doen over de situatie.
Het OM heeft gelet op deze informatie negatief geadviseerd, ook omdat klager tijdens een eerdere detentie voor een zeer langer periode ontvlucht is geweest. Het eventueel verbinden van voorwaarden aan het verlof kan geen ander besluit tot gevolg
hebben,
omdat ook dan de mogelijkheid aanwezig is dat klager zich aan de detentie zal onttrekken. Verloftoekenning is derhalve niet verantwoord.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van gevangenis Lelystad heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Het OM heeft negatief geadviseerd en wijst op de voorgeschiedenis van klager, het voortvluchtig zijn en het GRIP-rapport. Het GRIP heeft negatief
geadviseerd.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 2 jaar met aftrek, wegens verkrachting onder hypnose, ontucht, valsheid in geschrifte, oplichting en overtreding van de Opiumwet. Klager is na enkele dagen in detentie vanaf 1997 gedurende een zeer lange periode
ontvlucht geweest. De tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf is op 19 mei 2008 weer hervat. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 10 september 2009.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers derde verlofaanvraag. Hij kan in totaal vier verlofaanvragen indienen.

Nu is komen vast te staan dat klager voor een zeer lange periode ontvlucht is geweest, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgrond
zoals bedoeld in artikel 4 onder a van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hierbij neemt de beroepscommissie in aanmerking dat gelet op de rapportage van het GRIP ook thans voor
ontvluchting moet worden gevreesd. Het beroep is derhalve ongegrond.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris,
op 13 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven