Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1490/GV, 13 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:13-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1490/GV

betreft: [klager] datum: 13 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 mei 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De ouders van klager zijn al op hoge leeftijd. Ondanks hun verslechterende gezondheid willen ze klager zien en spreken. Daarbij moeten zij elke keer gebracht worden. Klagers ouders vinden het bezoek
belangrijker dan hun gezondheid. Dit baart klager elke keer weer grote zorgen. Klager heeft verzocht om een ‘omgekeerd bezoek’, om in een minder stressvolle situatie zijn ouders te zien en te spreken.
De Staatssecretaris interpreteert artikel 25 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) te letterlijk. De ouders van klager hebben klager laatst op 13 mei bezocht. De Staatssecretaris heeft niet gekeken naar de
specifieke
situatie, de fysieke en geestelijke gezondheid van de ouders. Evenmin is rekening gehouden met de positieve adviezen van de inrichting, de politie en de Medisch Adviseur.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het verzoek om incidenteel verlof is afgewezen op grond van artikel 25 van de Regeling waarin is bepaald dat incidenteel verlof kan worden verleend voor een bezoek aan een niet
tot reizen in staat zijnde levenspartner, kind en ouder, indien deze wegens medische of psychische belemmeringen niet in staat is de inrichting te bezoeken en de gedetineerde gedurende drie maanden niet heeft kunnen ontmoeten. Klagers ouders komen
regelmatig op bezoek. Klagers ouders zijn voor de afwijzende beslissing van 27 mei 2009 nog op 13 mei 2009 op bezoek geweest. Bij een eventueel omgekeerd bezoek kunnen de ouders klager niet in Helmond ontvangen wegens mogelijke maatschappelijke onrust
en confrontatie met het slachtoffer. De ouders moeten dan afreizen naar een familielid in Deurne.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Grave heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. De politie te Helmond heeft negatief geadviseerd ten aanzien van een bezoek aan het huisadres van de ouders van klager. De politie te Deurne heeft geen
advies uitgebracht.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Den Bosch heeft geen bezwaar tegen verlof.
De Medisch Adviseur acht een omgekeerd bezoek geïndiceerd.

3. De beoordeling
Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar met aftrek, wegens een levensdelict. Zijn fictieve einddatum valt op of omstreeks 27 maart 2012.

Krachtens artikel 21 van de Regeling kan incidenteel verlof worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is. Artikel 25, eerste lid, van de Regeling bepaalt
dat
incidenteel verlof kan worden verleend voor een bezoek aan een niet tot reizen in staat zijnde ouder, indien deze wegens medische of psychische belemmeringen niet in staat is de inrichting te bezoeken en de gedetineerde gedurende drie maanden niet
heeft
kunnen ontmoeten.
Gelet hierop en het feit dat de ouders van klager hem laatst op 13 mei 2009, derhalve minder dan drie maanden geleden, hebben bezocht, kan de beslissing van de Staatssecretaris niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve
ongegrond worden verklaard.

Ten overvloede overweegt de beroepscommissie nog het volgende. Mede gelet op de dringendheid van de argumenten van klager en het medische advies ligt het in het onderhavige geval in de rede dat klagers verzoek indien de termijn van drie maanden is
verstreken, wordt ingewilligd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 13 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven