Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1439/GB, 5 augustus 2009, beroep
Uitspraakdatum:05-08-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1439/GB

Betreft: [klager] datum: 5 augustus 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.G. Mellens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 mei 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers bezwaarschrift gericht tegen de afwijzing van zijn verzoek tot plaatsing in een penitentiaire inrichting te Veenhuizen, bij voorkeur in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.), ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 4 oktober 2008 gedetineerd. Hij verbleef in het HvB Ter Apel. Op 25 februari 2009 is hij geplaatst in de gevangenis Ter Apel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers moeder is woonachtig te Groningen en voor haar is het wel mogelijk om naar Veenhuizen te reizen, maar niet om met het openbaar vervoer de hele reis naar Ter Apel te maken. De reisafstand is voor klagers moeder, die op leeftijd is, essentieel.
Klager stelt bijzonder veel prijs op contact met zijn moeder en om die reden heeft hij gevraagd om overplaatsing.
Daarbij komt nog dat klager diverse strubbelingen heeft met medegedetineerden in Ter Apel.
Ook na een eventuele overplaatsing zal klager deelnemen aan recidive verlagende interventies, waar klager nu al zeer goed mee bezig is en in een afrondende fase zit.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is begonnen aan TR. De leefstijltraining duurt tot 23 juni 2009. Hij heeft aangegeven een bezoekprobleem te hebben. De reden daarvoor is niet duidelijk. Zowel Ter Apel als Veenhuizen is met eigen vervoer en met het openbaar vervoer binnen een
redelijke tijd vanuit Groningen bereikbaar.
Klager heeft aangegeven tevens naar een b.b.i. te willen. Gezien zijn status als veelpleger en het feit dat hij hoog scoort op recidive wordt het volgen van op recidive gerechte interventies nodig geacht om tot een lager recidiverisico te komen. Het
verlenen van vrijheden middels regimaire verloven wordt daarom nog te risicovol geacht. Daarnaast blijkt dat klager nog enige openstaande rechtbankzaken heeft. In een zaak is hij inmiddels gedagvaard en daarnaast dient er nog een andere zaak. Hieruit
blijkt dat zijn einddatum niet vaststaat waardoor plaatsing in een b.b.i. niet tot de mogelijkheden behoort.
Na het beëindigen van de TR-leefstijltraining is de selectiefunctionaris bereid op voorstel van de gevangenis Ter Apel om klager over te plaatsen naar een gevangenis in Veenhuizen. Waarbij wel duidelijk moet worden waarom zijn moeder niet in Ter Apel
en
wel in Veenhuizen op bezoek kan.

3.3. Uit de telefonische mededeling van de selectiefunctionaris d.d. 21 juli 2009 volgt dat zij geen nadere informatie of een nieuw selectievoorstel van de gevangenis Ter Apel heeft ontvangen.

4. De beoordeling
4.1. Uit artikel 3, derde lid aanhef en onder b, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden volgt dat gedetineerden ten aanzien waarvan de einddatum van detentie nog niet vaststaat niet voor plaatsing in een b.b.i. in
aanmerking komen.

4.2. Gelet op klagers openstaande strafzaken, klager is ter zake van een van de twee openstaande strafzaken inmiddels gedagvaard, komt klager nog niet in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i. Derhalve is de beroepscommissie van oordeel dat de
beslissing van de selectiefunctionaris alleen al om deze reden op dit punt in stand dient te blijven. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

4.3. Voor zover klagers beroep gericht is tegen de afwijzing van het verzoek om hem in een andere inrichting te Veenhuizen te plaatsen overweegt de beroepscommissie dat uit het onder 3.2 vermelde volgt dat de selectiefunctionaris na 23 juni 2009,
wanneer klager zijn leefstijltraining heeft voltooid, opnieuw zal overwegen of klager alsnog kan worden overgeplaatst naar de gevangenis Veenhuizen. Gelet op dit voornemen van de selectiefunctionaris zal de beroepscommissie het beroep op dit punt
eveneens ongegrond verklaren.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 5 augustus 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven