nummer: 09/1000/GA
betreft: [klager] datum: 24 juli 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 29 maart 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Over Amstel te Amsterdam,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 19 juni 2009, gehouden in de locatie Alphen aan den Rijn, zijn gehoord klager en [...], afdelingshoofd in de locatie Over Amstel.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een ordemaatregel van uitsluiting van deelname aan arbeid voor de duur van veertien dagen en het feit dat een eerder klaagschrift hierover is zoekgeraakt.
De beklagrechter heeft het beklag terzake van de ordemaatregel ongegrond verklaard en het beklag terzake van het kwijtraken van een klaagschrift gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het is onmogelijk om te laat te komen voor de arbeid. Bij het uitsluiten wordt op iedereen gewacht. Als iemand laat is, belt de werkmeester naar boven.
De inhoud van het rapport klopt niet. Als er een probleem is, vertelt hij dat aan de piw-ers. Zij verwijzen hem dan door naar een ander. In het rapport staat daarover dat klager zijn zin probeert te krijgen bij een ander. Piw-ster Saskia heeft tegen
klager gezegd dat hij moest opdonderen en zijn bek moest houden. Klager heeft daarop geantwoord ‘je moet oppassen met wat je zegt’. Hij heeft haar niet bedreigd of uitgescholden. De context was heel anders. Klager wil een financiële tegemoetkoming
ontvangen.
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het klopt dat je niet te laat kan komen voor de arbeid. De arbeidstijd is met vijftien minuten verkort. Dat is een indicatie dat klager wel een punt had. De ordemaatregel ziet op het gedrag van klager. De wijze waarop klager zijn standpunt kenbaar
maakt, is niet gepast. De ordemaatregel is terecht opgelegd.
3. De beoordeling
Uit de mededeling van 26 november 2008 volgt dat de ordemaatregel is opgelegd wegens
– kort gezegd – het stelselmatig laat verschijnen op het werk, het beledigen van personeel en het zich bedreigend opstellen, waarmee tevens de orde en rust in de inrichting is verstoord. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting volgt dat de eerste
grond van de ordemaatregel is komen te vervallen. De tweede en derde grond vloeien in elkaar over. Echter, wat daarvan moge zijn, vaststaat dat klager (deels) terecht geklaagd heeft over de gang van zaken bij het ophalen voor de arbeid. In die context
oordeelt de beroepscommissie dat in het onderhavige geval had kunnen worden volstaan met een ordemaatregel van zeven dagen uitsluiting van deelname aan arbeid. Het beklag zal derhalve gedeeltelijk gegrond worden verklaard. Nu de gevolgen van de
bestreden beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, zal de beroepscommissie aan klager een passende tegemoetkoming toekennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag gedeeltelijk gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt ter hoogte van één week arbeidsloon.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit dr. U. van de Pol, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 24 juli 2009.
secretaris voorzitter