Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0971/GA, 22 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:22-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/971/GA

betreft: [klager] datum: 22 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.H. van Zundert, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 april 2009 van de beklagcommissie bij de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 juli 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is gehoord klagers raadsman mr. W.H. van Zundert.

De directeur van de locatie Dordtse Poorten heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Klagers raadsman mr. W.H. van Zundert heeft meegedeeld dat klager, die in vrijheid is gesteld, niet ter zitting zal verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft viermaal een verlofbriefje ingediend. De weigering om hem verlof te verlenen is in strijd met het gelijkheidsbeginsel.
Gezien de duur van de hem opgelegde straf had hij recht om in een open inrichting te worden geplaatst, maar hij heeft al die tijd in een gesloten inrichting verbleven.
Van klager werd verlangd dat hij volgens de aanwijzingen van de reclassering deelnam aan het programma van De Waag. Hier had klager bezwaar tegen. Juist doordat hij niet heeft deelgenomen aan het programma van De Waag is zijn voorwaardelijke
gevangenisstraf omgezet in een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Als klager naast zijn onvoorwaardelijke detentie ook nog het programma van De Waag zou moeten volgen, zou dit een verzwaring van de door de rechter opgelegde straf betekenen.
Hij wilde het programma niet volgen, omdat hij een baan had die hij gelukkig heeft kunnen behouden. Klager heeft dit besproken met zijn begeleider. Het kan zijn dat dit niet duidelijk is geweest.
Voor klagers resocialisatie was verlofverlening goed geweest. Verzocht wordt om klager een schadevergoeding toe te kennen en de directeur te veroordelen in de kosten van deze procedure.

De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager heeft geweigerd mee te werken aan het TR-traject. De beroepscommissie stelt vast dat de wet aan de gedetineerde niet de verplichting oplegt om mee te werken aan TR. De enkele weigering om mee te werken, kan daarom geen grond vormen de aanvraag
voor algemeen verlof af te wijzen. Door de directeur zijn geen andere redenen aangevoerd voor afwijzing van klagers verlofaanvraag.
Gelet op het hiervoor vermelde, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing om klagers verlofaanvraag af te wijzen als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de
beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren.
Door klagers raadsman is verzocht om een schadevergoeding. De beroepscommissie is van oordeel dat ten aanzien van verlofverlening eventueel ondervonden schade niet eenvoudig vast te stellen valt en dat voor een schadevergoeding andere wegen openstaan
zoals een verzoek aan de directeur om de schade te vergoeden dan wel de gang naar de civiele rechter. Wel zal de beroepscommissie klager een tegemoetkoming van € 25,= toekennen in verband met het ondervonden ongemak.
Klagers raadsman heeft voorts verzocht om een veroordeling van de directeur in de door klager gemaakte proceskosten. Nu de Penitentiaire beginselenwet een dergelijke beslissing niet kent, wijst de beroepscommissie dit verzoek af.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.
Zij wijst het verzoek om een veroordeling in de proceskosten af.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. U. van de Pol, voorzitter, prof. dr. J.P.S. Fiselier en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 22 juli 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven