Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1085/GB, 17 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1085/GB

Betreft: [klager] datum: 17 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 april 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Norgerhaven ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 9 mei 2006 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Almere-Binnen. Op 14 april 2009 is hij geplaatst in de gevangenis Norgerhaven, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil graag deel kunnen nemen aan detentiefasering. Klager is tijdens zijn huidige detentie behandeld voor keelkanker en daarvoor is hem toen een schorsing van de voorlopige hechtenis verleend. Die schorsing heeft uiteindelijk dertien maanden
geduurd. In die periode hebben zich geen incidenten voorgedaan. Klager heeft zich toen steeds gehouden aan de afspraken met het Gerechtshof te Arnhem. Aan het einde van de schorsing heeft verzoeker zichzelf tijdig gemeld. Gelet hierop wordt het door
het
Openbaar Ministerie (OM) en de selectiefunctionaris aangevoerde recidivegevaar volgens klager gelogenstraft. Klager is van mening dat de selectiefunctionaris voorbij is gegaan aan het gegeven dat een ziekte als die welke klager heeft doorstaan, iemand
een andere kijk op het leven en de toekomst geeft. Juist daarom zou klagers terugkeer in samenleving, er vanuit gaande dat er een TR-plan wordt opgesteld en gevolgd, succesvol kunnen zijn. Klager vindt dat hem, door hem die kans niet te bieden, de
mogelijkheid op een succesvolle terugkeer wordt ontnomen. Het OM gaat overigens in zijn advies voorbij aan de overwegingen van het gerechtshof met betrekking tot de hoogte van de opgelegde gevangenisstraf en klagers recidive. Die recidive is klager
zwaar aangerekend. Klager is daarom de mening toegedaan dat hij door hem geen detentiefasering toe te kennen, feitelijk dubbel wordt gestraft voor hetzelfde feit.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 2 april 2009 voorgesteld voor selectie voor een andere inrichting. Na een eerdere schorsing van de voorlopige hechtenis was klager geplaatst in het h.v.b. Almere-Binnen. Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en tien
maanden in verband met drugs- en wapengerelateerde delicten. Klager heeft tegen dat arrest beroep in cassatie ingesteld. De delicten waarvoor klager is veroordeeld, zijn gepleegd in de tijd dat klager deelnam aan een penitentiair programma (p.p.).
Omtrent klagers detentiefasering is door het OM en de politie negatief geadviseerd. Naar aanleiding van klagers eerdere recidive en de hiervoor genoemde negatieve adviezen is besloten klager te selecteren voor plaatsing in de gevangenis Norgerhaven.
Klager heeft een voorkeur voor plaatsing in een inrichting in de nabijheid van de behandelend specialist (oncoloog) in Groningen. Indien klager in aanmerking zou komen voor deelname aan een p.p. met gecontroleerde vrijheden, zal het OM opnieuw om
advies
worden gevraagd. Behandeling in De Waag zal in ieder geval deel uitmaken van dat programma.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Norgerhaven is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Voldoende is vast komen te staan dat klager thans is gedetineerd ter zake van strafbare feiten gepleegd tijdens zijn deelname aan een p.p. Dat was aanleiding voor het OM, in het advies van 19 februari 2009, om negatief te adviseren. Ook de
Reclassering Nederland heeft in de “Adviesrapport reïntegratieplan” van 31 maart 2009 aangegeven dat klager vooralsnog enkel voor plaatsing in een gesloten setting in aanmerking komt. Daarbij wordt aangegeven dat indien het beroep gegrond mocht worden
verklaard, een nieuw reïntegratieplan zou moeten worden opgesteld, in welk verband klager in aanmerking zou komen voor een behandeling in De Waag in Amsterdam. Gelet daarop kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, op zich niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
De beroepscommissie heeft echter kennisgenomen van het nadere advies van het OM van 7 mei 2009, waarin de Advocaat-Generaal heeft medegedeeld alsnog in te stemmen met een overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting. In de reactie op het
beroepschrift heeft de selectiefunctionaris de gegeven beslissing gehandhaafd zonder dat op het nadere advies is ingegaan. De motivering voor de bestreden beslissing is daarmee onvoldoende.

4.4. Het vorenstaande maakt dat de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris onvoldoende is onderbouwd. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen
met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 17 juli 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven