Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1195/GB, 14 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1195/GB

Betreft: [klager] datum: 14 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 april 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) met regimaire verlofmogelijkheden afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 15 april 2003 gedetineerd. Hij verbleef in de BGG Zoetermeer, een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap. Op 24 december 2008 is hij geplaatst in de gevangenis Roermond, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Hij wordt al voor de tweede keer voor hetzelfde afgewezen voor plaatsing in een b.b.i. Volgens het reclasserings- en TR-rapport komt klager wel in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i. Hij heeft eerder in een open kamp gezeten en was wel altijd op
tijd en netjes. In het daklozentehuis, met een opleiding die niet begon, is het fout gegaan. Hij zit nu een schadevergoedingsmaatregel uit.
Hij heeft zijn moeder, zus, broer en dochter al drie jaar niet meer gezien. Het afgelopen jaar heeft hij tweemaal bezoek gehad.
Klager wil proberen om de relatie met zijn vriendin en dochter te herstellen.
Hij hoeft nog maar een paar maanden te zitten.
Klager heeft al langer dan een jaar geen rapport gehad, maar ze blijven maar oude koeien uit de sloot halen.
Vanuit een b.b.i. kan hij stapsgewijs resocialiseren, aan de maatschappij wennen en zaken zoals huisvesting regelen.
Hij begrijpt niet waarom er geen vertrouwen is.
Zo nodig wil klager het beroep mondeling toelichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De directeur van de locatie Roermond heeft negatief geadviseerd ter zake van plaatsing in een b.b.i. omdat er geen vertrouwen is in een goed verloop.
Klager verbleef eerder in een penitentiair programma en heeft tijdens het uitvoeren van dit programma een nieuw strafbaar feit gepleegd. Daarnaast is klager in een beperkt regime geplaatst vanwege de handel in drugs binnen de inrichting. Beide feiten
zijn een contra-indicatie voor plaatsing in een meer open setting.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en
wijst het verzoek van klager om het beroep mondeling toe te lichten af.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. Uit het bij de stukken gevoegde selectieadvies volgt dat klager terwijl hij in een penitentiair programma was geplaatst, in 2007 een nieuw strafbaar feit heeft gepleegd. Hij is vervolgens teruggeplaatst naar een gesloten inrichting, waar in
augustus 2008 een handelshoeveelheid harddrugs in zijn bezit is aangetroffen. Klager is daarna teruggeplaatst naar een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap.
De beroepcommissie is van oordeel dat, gelet op het bovenstaande, de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden
aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 juli 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven