Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0170/GB, 13 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:13-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/170/GB

Betreft: [klager] datum: 13 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 januari 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman, op 19 juni 2009 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Het Veer te Amsterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 3 november 2008 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het HvB de IJssel te Krimpen aan den IJssel. Op 10 december 2008 is hij overgeplaatst naar de locatie Het Veer. Inmiddels verblijft klager sedert 10 maart 2009 in de
Forensische schakelunit Noordsingel te Rotterdam.

2. De standpunten
2.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Inhoudelijk wordt verwezen naar de gronden van het beroepschrift. In de eerste plaats is er geen sprake van artikel 14 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden. Daarnaast is de beslissing van 10 december 2008 pas op 16
december
2008 aan klager uitgereikt. Dat is te laat. Bovendien is er ook geen sprake geweest van het gestelde in artikel 17, derde lid, van de Pbw. Er is het een en ander gebeurd en klager heeft wellicht meer zorg nodig. Er was echter geen sprake van een
crisissituatie zoals vereist bij plaatsing in de FOBA.
Klager kon het niet volhouden in het h.v.b. De IJssel. Ze maakten hem gek. Hij was niet van plan om te keer te gaan, maar hij was buiten zichzelf. Klager verblijft nu drie maanden in de FOBA in een eenpersoonscel. Hij is onder behandeling van een
psychiater en krijgt medicatie. Het gaat goed. Klager is in afwachting van plaatsing in een psychiatrische inrichting. Achteraf gezien weet klager niet of hij bezwaar en beroep zou indienen.

2.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op advies van gedragskundigen op 10 december 2008 overgeplaatst naar de locatie Het Veer te Amsterdam. De beslissing is hem op 16 december 2008 uitgereikt. De selectiefunctionaris kan zich voorstellen dat klager zich in zijn belangen geschaad
voelt, omdat hij pas zes dagen na zijn overplaatsing een verweerschrift heeft kunnen schrijven. De procedure op het Bureau selectiefunctionarissen is thans aangescherpt. Klager is inmiddels geselecteerd voor de Forensische schakelunit Noordsingel. De
grond aan zijn beroep is hiermee komen te vervallen.

3. De beoordeling
3.1. Klager behoorde, in afwachting van het vonnis in eerste aanleg, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

3.2. Een preventief gehechte die nog niet in eerste aanleg is veroordeeld, dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In het individueel regime
kunnen gedetineerden worden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een regime van algehele of
beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven.
Uit de stukken volgt dat de aanleiding van de overplaatsing een incident was, als gevolg waarvan klager eerst is afgezonderd. Uit de schriftelijke mededeling van de afzonderingsmaatregel van 26 november 2008 volgt dat klager vernielingen heeft
aangericht op cel, bedreigende uitlatingen heeft gedaan en getracht heeft brand te stichten. De selectiefunctionaris, die heeft erkend dat de overplaatsingsbeslissing eerder aan klager uitgereikt had moeten worden, heeft de omtrent klagers gedrag
verstrekte gegevens in redelijkheid kunnen aanmerken als een contra-indicatie in bovenbedoelde zin. Derhalve is de beslissing klager over te plaatsen naar een inrichting met een individueel regime niet als onredelijk of onbillijk aan te merken.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 13 juli 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven