Nummer: 09/1375/GB
Betreft: [klager] datum: 7 juli 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Lieftink, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 18 mei 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Klager is op 19 juni 2009 door een lid van de Raad gehoord.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de Gevangenis Hoogvliet ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 28 november 2006 gedetineerd. Hij verbleef in het Huis van bewaring (h.v.b.) Rotterdam. Op 7 mei 2009 is hij overgeplaatst naar de Gevangenis Hoogvliet, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klagers ouders wonen in Nieuwkoop. Klager had liever in het Huis van bewaring Rotterdam (Noordsingel) gewacht tot er een plaats was in de locatie Alphen aan den Rijn. Klager zit nu tussen heroïnegebruikers. Hij moet nog zes weken in detentie
verblijven.
Hij krijgt geen algemeen verlof. Klager vindt dit onterecht, aangezien hij heeft getoond dat hij bezig is met resocialiseren. Nu heeft hij een huurachterstand. Klager kan nog terug naar zijn oude baas.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 12 maart 2009 werd het penitentiair programma (p.p.) van klager beëindigd. Klager is als passant ter herselectie in het h.v.b. Rotterdam geplaatst. Op 14 april 2009 heeft de selectiefunctionaris besloten om klager over te plaatsen naar een gesloten
inrichting met een algeheel gemeenschapsregime, zoals werd voorgesteld. Klager is er zelf verantwoordelijk voor dat zijn p.p. is beëindigd, zodat hij in aanmerking kwam voor een gesloten regime. Klager wil naar Zoetermeer vanwege de reisafstand voor
zijn moeder. Namens klager is ook een doktersverklaring omtrent de gezondheidstoestand van klagers moeder opgestuurd, waaruit volgt dat zij niet in staat zou zijn om naar Rotterdam te reizen. Daaruit volgt niet dat klagers moeder wel naar Zoetermeer
zou
kunnen reizen. De wachtlijsten voor de Gevangenis/ISD Zoetermeer bedroeg ten tijde van de overplaatsing meer dan zes weken. De wachttijd voor de gevangenis Alphen aan den Rijn bedroeg toen ruim acht weken, terwijl de wachttijd voor de Gevangenis
Hoogvliet slecht twee weken bedroeg.
4. De beoordeling
4.1. De Gevangenis Hoogvliet is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Een van de uitgangspunten bij een (over)plaatsing van een gedetineerde is voor de selectiefunctionaris dat de beschikbare celcapaciteit in verschillende inrichtingen goed wordt benut. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de
selectiefunctionaris in dit geval het hiervoor genoemde uitgangspunt zwaarder mogen laten wegen dan het door klager aangevoerde persoonlijk belang, namelijk de bezoekmogelijkheid van zijn ouders. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde
beslissing
van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 7 juli 2009.
secretaris voorzitter