Nummer: 09/1081/GB
Betreft: [klager] datum: 3 juli 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.B. Kleerekooper, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 17 april 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Lelystad afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 24 september 2008 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de PI Schutterswei te Alkmaar.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager kan zich niet verenigen met de afwijzing van het overplaatsingsverzoek. Klager wil graag overgeplaatst worden naar de gevangenis Lelystad. Er is sprake van een sterk verslechterende relatie met zijn echtgenote. Dit zal mogelijk uitmonden in een
echtscheiding. Een gevolg daarvan is dat zijn echtgenote minder belang ziet in het bezoeken van klager, hetgeen de reden is waarom zij het formulier, waarin staat vermeld dat zij zich bereid verklaart om klager te bezoeken met hun kinderen, niet
ingevuld retour heeft gezonden. Klager mag evenwel de hoop koesteren dat zijn echtgenote hem in Lelystad zal komen bezoeken, in ieder geval om de gevolgen van de relatiebreuk voor de opvoeding van hun kinderen te bespreken. Daarnaast kunnen de
gemakkelijkere contactmogelijkheden ertoe leiden dat een relatiebreuk kan worden voorkomen. De omstandigheid dat klagers echtgenote geen belang stelt te hebben bij bezoekmogelijkheden laat onverlet dat de kinderen een onverminderd belang hebben bij
contact met hun vader. Om de omgang met de kinderen gaande te houden, is het van belang dat de detentie plaatsvindt in de omgeving van de woonplaats van de kinderen, zijnde Lelystad.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft om overplaatsing verzocht naar Lelystad in verband met bezoektechnische redenen. Het zou voor zijn ex-partner en kinderen niet mogelijk zijn hem in Alkmaar te komen bezoeken. Voldoende aannemelijk is dat klager dat bezoek graag wil kunnen
ontvangen. De selectiefunctionaris staat ook niet onwelwillend tegenover die wens van klager. Omdat het hier de ex-partner van klager betreft, heeft de selectiefunctionaris aan medewerkers van het bureau selectie- en detentiebegeleiding (b.s.d.)
verzocht de ex-partner van klager te benaderen met de vraag of zij welwillend is om bij klager op bezoek te komen. Ondanks aandringen daartoe heeft de ex-partner niet gereageerd. Gelet daarop is besloten het verzoek af te wijzen. Indien de ex-partner
van klager alsnog positief mocht reageren op de vraag of zij – al dan niet vergezeld van de kinderen – bereid is klager te bezoeken, zal de selectiefunctionaris het verzoek alsnog opnieuw beoordelen.
4. De beoordeling
De selectiefunctionaris heeft het verzoek afgewezen omdat de echtgenote van klager niet heeft gereageerd op een vraag van de zijde van het b.s.d., inhoudende of zij genegen is klager – al dan niet vergezeld van hun kinderen – op te komen zoeken als
klager naar Lelystad zou worden overgeplaatst.
Naar het oordeel van de beroepscommissie is de selectiefunctionaris, door medewerkers van het b.s.d. in te schakelen, zodanig tegemoetgekomen aan klagers bijzondere situatie, dat niet kan worden gezegd dat de bestreden beslissing onredelijk of
onbillijk
moet worden geacht. Het beroep is daarom ongegrond.
De beroepscommissie merkt daarbij nog op dat zij er vanuit gaat dat de inrichting voldoende inspanningen verricht om alsnog een antwoord te krijgen van klagers ex-partner op de vraag of zij genegen is ervoor te zorgen dat klager zijn kinderen kan
ontvangen. In het geval dat zijn ex-partner aangeeft mee te willen werken aan een bezoekregeling, ligt het voor de hand dat de selectiefunctionaris het overplaatsingsverzoek opnieuw zal beoordelen.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 3 juli 2009.
secretaris voorzitter