Nummer: 09/1048/GB
Betreft: [klager] datum: 2 juli 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 8 april 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in unit 4 (de beroepscommissie leest unit 3) van de beveiligde individuele begeleidingsafdeling (b.i.b.a.) te Den Haag ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 24 januari 2008 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de PI Tilburg. Op 12 maart 2009 is hij overgeplaatst naar unit 3 BIBA, waar een individueel regime geldt.
2. De standpunten
2.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt tijdens zijn verblijf in de unit 3 BIBA constant op cel te moeten verblijven en niet de behandeling en zorg te krijgen die hij nodig heeft.
2.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 12 februari 2009 is klager geselecteerd voor unit 3 BIBA te Den Haag op basis van een rapportage van de PI Tilburg. In deze rapportage komt duidelijk naar voren dat klager een gedetineerde is die nadrukkelijk zorg, structuur en begeleiding behoeft.
Aanvankelijk werd gedacht dat deze zorg geboden kon worden op een Individuele Begeleidingsafdeling (i.b.a.) en daarom is er gekeken naar de mogelijkheid om klager in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) te Vught te plaatsen. Een plaatsing in
Vught bleek niet mogelijk omdat klager daar in het verleden veel problemen heeft gehad en hij zelf ook heeft aangegeven daar absoluut niet te willen verblijven. Plaatsing in Vught zou naar klagers oordeel zeker tot problemen leiden. Na uitvoerig
overleg
met diverse personen en gedragsdeskundigen is uiteindelijk gekozen voor een plaatsing in unit 3 BIBA te Den Haag. Hier kan klager intensief worden begeleid en er kan goed gereageerd worden op de spanningen die klager voor personeel en medegedetineerden
veroorzaakt. De plaatsing op de b.i.b.a. acht de selectiefunctionaris op dit moment een goede keus. Binnenkort zal Den Haag een PPC-bestemming krijgen, daar zullen dan ook goede mogelijkheden ontstaan om klager in zijn psychische problematiek te
begeleiden.
3. De beoordeling
3.1. De unit 3 BIBA te Den Haag is een gevangenis voor mannen met een individueel regime en een uitgebreid beveiligingsniveau.
3.2. Op grond van artikel 11 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) dient een gedetineerde te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele dan wel beperkte gemeenschap, tenzij
plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In het individueel regime kunnen gedetineerden worden geplaatst, die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of
voor anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een regime van algehele of beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven.
3.3. Op grond van artikel 5 van de Regeling kunnen in uitgebreid beveiligde inrichtingen of afdeling gedetineerden worden geplaatst die een verhoogd vlucht- of maatschappelijk risico vormen.
3.4. Op grond van artikel 15 van de Regeling kunnen in de Individuele Begeleidingsafdelingen gedetineerden worden geplaatst die vanwege een psychiatrische stoornis, een persoonlijkheidsstoornis dan wel psychosociale problematiek extra begeleiding
behoeven en zich niet kunnen handhaven in een reguliere inrichting of afdeling.
3.5. Klager is geselecteerd voor en verblijft thans in unit 3 BIBA en stelt niet de zorg en behandeling te krijgen die hij behoeft. Uit de door de selectiefunctionaris overgelegde stukken blijkt dat klager op een afdeling verblijft die volgens de
bestemmingsaanwijzing geen b.i.b.a.-afdeling betreft maar onderdeel is van het h.v.b./ISD Haaglanden. Uit navraag is gebleken deze afdeling wel als een b.i.b.a-afdeling wordt gebruikt maar formeel nog niet als zodanig is aangewezen. Nu het beroep van
klager niet op dit aspect van de plaatsing ziet, kan daaraan voorbij worden gegaan.
3.6. De selectiefunctionaris is in zijn besluitvorming voorbijgegaan aan de stelling van klager in de b.i.b.a. niet de zorg te krijgen die hij behoeft. Dit laat onverlet dat klager gemotiveerd heeft aangegeven dat hij niet de zorg krijgt die hem
toekomt. De selectiefunctionaris is niet ingegaan op dit bezwaar en dat maakt dat de gegeven motivering de beslissing niet kan dragen. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe
beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 2 juli 2009
secretaris voorzitter