Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1135/GA, 2 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Uitspraak

nummer: 09/1135/GA

betreft: [klager] datum: 2 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het Huis van bewaring (h.v.b) Rotterdam,

gericht tegen een uitspraak van 22 april 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij voormeld h.v.b., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het beëindigen van een telefoongesprek.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft het beroep als volgt toegelicht. De beklagrechter heeft overwogen dat de directie kennelijk geen aanleiding heeft gezien zich te verweren tegen de ingediende klacht. De directeur heeft echter tijdig – op 18 maart 2009 – een
verweerschrift verzonden aan de commissie van toezicht. Blijkbaar is het verweerschrift op de administratie van de beklagrechter zoekgeraakt.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en zal de klacht opnieuw ten gronde beoordelen.

Klager klaagt over het feit dat hij niet in de gelegenheid is gesteld te telefoneren. Het personeel zou met opzet hebben aangegeven dat de pv (persoonlijke verzorging) ten einde was.
Bij het beroepschrift van de directeur is gevoegd het verweerschrift van 18 maart 2009 aan de commissie van toezicht. In dit verweerschrift stelt de directeur dat klager aan het einde van een extra pv-moment stond te telefoneren. Het pv-moment was
afgelopen en dit werd aan klager medegedeeld. Klager heeft vervolgens het telefoongesprek met veel protest beëindigd. De beroepscommissie is van oordeel, dat de beslissing het telefoongesprek te laten beëindigen, bij afweging van alle in aanmerking
komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat uit het verslag naar voren komt dat klager voldoende tijd had om tijdens het pv-moment te telefoneren. Het beklag zal derhalve
alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 2 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven