Nummer: 09/1039/GB
Betreft: [klager] datum: 22 juni 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 14 april 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing en een op 9 juni bij de Raad binnengekomen aanvullend beroepschrift van klager.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het detentiecentrum Alphen aan den Rijn ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 12 juli 2006 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis Zoetermeer.
Op 13 februari 2009 is hij overgeplaatst naar het detentiecentrum Alphen aan den Rijn.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris heeft besloten klager over te plaatsen op grond van zijn verblijfsstatus. De verblijfsstatus is geen in artikel 14, tweede lid, van de Pbw genoemde omstandigheid die een
plaatsing in een inrichting voor bijzondere opvang rechtvaardigt. Uit hoofdstuk IV van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) blijkt dat het detentiecentrum Alphen aan den Rijn niet wordt genoemd als
inrichting voor bijzondere opvang. Klager verwijst naar de uitspraak van de beroepscommissie van 2 april 2008 waarin is aangegeven dat het beleidskader plaatsing strafrechtelijke vreemdelingen geen wettelijk kader is zoals bedoeld in artikel 14 van de
Pbw. De selectiefunctionaris heeft de beslistermijn voor de beoordeling van een bezwaarschrift overschreden.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De verblijfsstatus van klager is leidend geweest voor bestreden beslissing. De selectiefunctionaris verwijst naar artikel 20b van de Regeling. In de nota van
toelichting
bij dit artikel wordt verwezen naar het detentiecentrum Alphen aan den Rijn. Deze inrichting is er op gericht gedetineerden die na ommekomst van hun detentie geen geldige verblijfstitel meer hebben voor te bereiden op de terugkeer naar het land van
herkomst. Het detentiecentrum Alphen aan den Rijn heeft daarvoor de expertise in huis.
4. De beoordeling
4.1. Het detentiecentrum Alphen aan den Rijn is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. De selectiebeslissing, die is genomen voordat artikel 20b van de Regeling, in werking was getreden, houdt in dat klager wordt geplaatst in het detentiecentrum omdat daar expertise beschikbaar is ten behoeve van het voorbereiden van klagers
terugkeer naar het land van herkomst. In de beslissing op het bezwaar wordt die onderbouwing van de plaatsing gehandhaafd en wordt de stelling die namens klager is aangevoerd, dat er geen wettelijke grondslag voor de plaatsing is, verworpen. Voor zover
in de bestreden beslissing een beroep wordt gedaan op het Beleidskader plaatsing strafrechtelijke vreemdelingen is de verwerping van dit verweer op onjuiste gronden genomen.
Dit neemt echter niet weg dat nu in bezwaar de oorspronkelijke grond voor de plaatsing is gehandhaafd en niet wordt aangenomen dat er een verplichting bestaat klager aldaar te plaatsen, de grondslag voor de plaatsing niet in strijd is met enige
wettelijke regeling. De bestreden beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep is derhalve ongegrond.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 22 juni 2009
secretaris voorzitter