nummer: 09/1547/STA
betreft: [klager] datum: 10 juni 2009
De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in het FPC Veldzicht te Balkbrug, verder de inrichting te noemen.
Verzoeker vraagt bij verzoekschrift van 4 juni 2009, welk verzoekschrift op 10 juni 2009 op het secretariaat van de RSJ is ontvangen, om schorsing, met toepassing van artikel 64 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), van de
(verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van het hoofd van de inrichting van 7 mei 2009, inhoudende een ordemaatregel van afzondering in de eigen verblijfsruimte.
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen het klaagschrift van 11 mei 2009 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van het hoofd van voornoemde inrichting van 10 juni 2009.
1. De standpunten
Verzoeker heeft zijn verzoek als volgt toegelicht.
Verzoeker wordt beschuldigd van verkrachting van een medepatiënte. Deze aanklacht is niet waar. Verzoeker heeft nog niets vernomen van de politie. Hij verzoekt de kamerplaatsing te schorsen of gedeeltelijk te schorsen zodat hij in ieder geval weer aan
het werk kan gaan.
Uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting komt het volgende naar voren.
Het eerdere schorsingsverzoek van verzoeker tegen de kamerplaatsing is op 15 mei 2009, 09/1323/STA, afgewezen.
Het politieonderzoek naar aanleiding van de aangifte is in volle gang en verzoeker is inmiddels door de politie gehoord.
Op 9 juni 2009 is in het behandelteam besloten om de kamerplaatsing op te heffen ondanks het feit dat het nog steeds niet goed gaat met verzoeker. Door hem toch een viereneenhalf uurs programma aan te bieden hoopt de inrichting daar verandering in te
kunnen aanbrengen.
2. De beoordeling
De voorzitter stelt vast dat de tenuitvoerlegging van de ordemaatregel van afzondering in de eigen verblijfsruimte op de datum van ontvangst van het verzoek tot schorsing reeds was beëindigd. Het verzoek dient derhalve niet-ontvankelijk te worden
verklaard.
3. De uitspraak
De voorzitter verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Aldus gegeven door mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, in tegenwoordigheid van
mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 10 juni 2009.
secretaris voorzitter