Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0021/GA, 9 juni 2009, beroep
Uitspraakdatum:09-06-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 09/21/GA

betreft: [klager] datum: 9 juni 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de gevangenis Alphen aan den Rijn,

gericht tegen een uitspraak van 24 november 2008 van de beklagcommissie bij voormelde gevangenis, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 april 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij de gevangenis Alphen aan den Rijn.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van telefoonkaarten doordat de celdeur niet was afgesloten.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager verblijft op een eenpersoonscel en had de p.i.w.-er gevraagd zijn celdeur af te sluiten in verband met zijn deelname aan de gespreksgroep
van
de Imam. De tijd voor het in- en uitsluiten van gedetineerden bedraagt ongeveer zeven minuten. Als de gedetineerden terugkomen van hun activiteit staan de celdeuren open en worden, zodra zij hun cellen ingaan, weer gesloten. Hierdoor kan het voorkomen
dat de celdeuren een aantal minuten open staan. De gedetineerden zijn zelf verantwoordelijk voor de spullen die zij op cel hebben. De waardevolle spullen dienen de gedetineerden goed op te bergen. Tijdens de recreatie zijn er gedetineerden op de
afdeling en staan hun deuren open. De uitspraak van de beklagcommie houdt geen rekening met de eigen verantwoordelijkheid van gedetineerden voor hun spullen en de twee p.i.w.-ers die zowel toezicht moeten houden op de gedetineerden die deelnemen aan de
recreatie en de deuren moeten openen voor gedetineerden die van een andere activiteit terugkomen. De uitspraak van de beklagcommissie schept precedenten voor de toekomst. De directeur betwijfelt of er telefoonkaarten zijn ontvreemd. Op de
eenspersoonscel zijn geen kluisjes aanwezig.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft deelgenomen aan de gespreksgroep van de Imam. Op dat moment was er recreatie. De telefoonkaarten heeft klager bewaard in een trommeltje
tezamen met rookwaar. Alleen de telefoonkaarten zijn weg, de rookwaar is niet meegenomen. Klager weet uit eigen ervaring dat gedetineerden geregeld de cel van andere gedetineerden binnenlopen als de betreffende gedetineerde er niet is. Klager toont ter
zitting een bon van 27 oktober 2008 met betrekking tot de vier telefoonkaarten. De vermissing vond plaats op 29 oktober 2008.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat de gedetineerde in beginsel zelf verantwoordelijk is voor de voorwerpen die hij in de inrichting onder zich heeft. Dit laat onverlet dat de verantwoordelijkheid, onder bijzondere omstandigheden, over kan gaan op de
directeur. Dit is bijvoorbeeld het geval, indien de gedetineerde voor het bijwonen van een activiteit buiten de afdeling zijn cel verlaat en de celdeur niet wordt afgesloten. De situatie en daarmee de verantwoordelijkheid liggen anders, indien een
gedetineerde buiten zijn cel maar op de afdeling verblijft. Wat er ook zij van de overwegingen van de directeur om voor de terugkeer van klager zijn celdeur alvast te openen, dit doet niet af aan vorenbedoelde verantwoordelijkheid. De beroepscommissie
acht voldoende aannemelijk dat klager in het bezit was van vier telefoonkaarten. Het vorenstaande in onderling verband en samenhang bezien, betekent dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep van de
directeur zal ongegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht een tegemoetkoming aangewezen en handhaaft de door de beklagcommissie vastgestelde tegemoetkoming van € 40,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, L. Diepenhorst MPA en prof. dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 9 juni 2009

secretaris voorzitter

Naar boven