Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0099/GA, 8 juni 2009, beroep
Uitspraakdatum:08-06-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/99/GA

betreft: [klager] datum: 8 juni 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.K. Bhadai, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 januari 2009 van de beklagcommissie bij het Detentiecentrum Alphen aan den Rijn

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 april 2009, gehouden in penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. H. Üzümcü, en namens de inrichting, [...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van zeven dagen wegens de weigering de meerpersoonscel te delen met een man die geen Arabisch spreekt en niet van Tunesische afkomst is.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In het detentiecentrum is het beleid gedetineerden op nationaliteit bij elkaar in de kamer te plaatsen. Klager heeft daarop verzocht te worden
geplaatst met iemand die eveneens Arabisch spreekt. Dit is hem toegezegd. Op de cel is echter een donkergetinte man geplaatst die niet dezelfde nationaliteit heeft als klager en die geen Arabisch spreekt. Klager is door een eerdere Turkse celgenoot
gestoken met een scherp voorwerp. Personen die hij niet kent en met wie hij niet kan communiceren, kan hij niet vertrouwen. Klager begrijpt niet waarom de Turkse celgenoot wel een cel kan delen met een landgenoot en klager niet. Klager wordt
samengeplaatst met een gedetineerde die Frans spreekt. Klager ontkent dat de cellen vol waren. Er waren 5 of 6 cellen leeg. Bovendien was een makkelijke mix te maken met een gedetineerde die Arabisch spreekt.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is in het kader van de regeling voor strafrechtelijke vreemdelingen geplaatst in het detentiecentrum Alphen aan den Rijn. De gedetineerden
worden doorgaans samengeplaatst met gedetineerden uit hetzelfde land van herkomst. In het geval van klager is het niet mogelijk gebleken hem samen te plaatsen met een andere Tunesiër. Er is besloten klager in afzondering te plaatsen met de bedoeling
dagelijks te kijken of hij naar de meerpersoonscel wil terugkeren. De volgende dag is klager overigens uit de observatiecel geplaatst.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 11a van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden kan de directeur een gedetineerde die in een regime van algehele of beperkte gemeenschap is geplaatst, een voor de gemeenschappelijke onderbrenging van
gedetineerden bestemde verblijfsruimte toewijzen, tenzij de gedetineerde daarvoor ongeschikt wordt geacht. De beroepscommissie is van oordeel dat de weigering van een gedetineerde te worden geplaatst in een meerpersoonscel kan worden aangemerkt als een
grond voor oplegging van een disciplinaire straf en niet voor een afzonderingsmaatregel.
Ter zitting van de beroepscommissie is evenwel duidelijk geworden dat de opgelegde afzonderingsmaatregel er toe diende om dagelijks na te gaan of klager wilde terugkeren naar de meerpersoonscel. Tegen die achtergrond is een ordemaatregel, waarvan de
noodzaak tot het voortduren telkens moet worden vastgesteld, te prefereren boven een disciplinaire straf, waarvan de duur van tevoren vaststaat. Het beroep is derhalve ongegrond.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, L. Diepenhorst MPA en prof. dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 8 juni 2009

secretaris voorzitter

Naar boven