Nummer: 09/942/GB
Betreft: [klager] datum: 24 juni 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 1 april 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de Gevangenis Nieuwegein afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 21 juni 2005 gedetineerd. Hij verblijft sinds 21 oktober 2008 in het Huis van Bewaring Nieuwegein.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager is onschuldig aan de aanklacht waar hij in hoger beroep een gevangenisstraf van twee jaar en tbs voor heeft gekregen. Op 24 oktober 2007 heeft klager beroep in cassatie ingesteld. Klager zat voorheen in de Gevangenis Lelystad. Op 12 februari
2008
is klagers tv in brand gevlogen, terwijl hij lag te slapen. Klager werd van brandstichting beschuldigd en hij is in afzondering geplaatst. Klager heeft beklag ingesteld, maar dit is nog steeds niet behandeld. Volgens de secretaris van de
beklagcommissie
van de inrichting Lelystad wordt deze zaak waarschijnlijk niet meer behandeld. In het rapport van de technische recherche van 8 april 2008 wordt geconcludeerd dat er geen sprake is van brandstichting. Klagers advocaat heeft diverse malen het Openbaar
Ministerie gevraagd wat er met de aangifte gaat gebeuren. Begin april 2009 is de zaak geseponeerd.
Ook over de beklagzaak over de afzondering heeft klager nog niets gehoord. Klager werd ook de toegang tot de kerkdienst ontzegd. Het beklag hierover werd ongegrond verklaard, maar het beroep is gegrond verklaard (08/2311/GA d.d. 5 maart 2009).
Klager is teruggeplaatst naar het Huis van bewaring Lelystad. Klagers verzoek om terugplaatsing naar een gevangenis is dus afgewezen vanwege zijn gedrag. Dit is allemaal op leugens gebaseerd. Klagers situatie wordt onhoudbaar. Op 1 juni a.s. gaat het
huis van bewaring dicht en klager verwacht dan nog verder van huis in een huis van bewaring te worden geplaatst.
Klager wil graag in het bezit gesteld worden van de selectierapporten van 26 februari 2008 en 28 oktober 2008. Klager heeft eenmalig de mogelijkheid gekregen om deze rapporten in te zien.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Zoals uit de stukken blijkt heeft klager zijn straf kunnen uitzitten in een gevangenis. Vervolgens kon hij als tbs-passant tot aan zijn plaatsing in een tbs-inrichting in een gevangenis verblijven. Voorwaarde daarbij is dan wel dat hij gedragsmatig
acceptabel gedrag moet laten zien. Indien dat niet het geval is, zoals bij klager, volgt overplaatsing naar een huis van bewaring en is herplaatsing in een andere gevangenis niet meer mogelijk. Klager wil weer naar een gevangenis en hij wil graag naar
de Gevangenis Nieuwegein. In de inrichting is klager al verteld dat dit niet mogelijk is en dat het advies van de inrichting ten aanzien van een herplaatsing in een gevangenis negatief zal zijn.
Klager heeft voldoende kansen gehad om tot zijn plaatsing in een tbs-inrichting in een gevangenis te verblijven, maar door zijn eigen opstelling heeft hij een langer verblijf in de Gevangenis Lelystad onmogelijk gemaakt. De selectiefunctionaris is van
mening dat klager dan ook in een huis van bewaring dient te verblijven. Gezien zijn bezoek is plaatsing in het Huis van Bewaring Nieuwegein een logische keuze.
4. De beoordeling
4.1. Klager is in afwachting van de uitspraak op zijn beroep in cassatie. Op 22 oktober 2007 is klager in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden met aftrek en terbeschikkingstelling (tbs) met bevel tot verpleging van
overheidswege.
Klager is sedert 21 juni 2005 gedetineerd en hij heeft vanaf 27 juni 2005 tot en met 3 augustus 2006 verbleven in het Huis van bewaring voor mannen te Zwolle. Op
3 augustus 2006 is hij overgeplaatst naar de Gevangenis Lelystad. Op 13 februari 2008 is in klagers cel brand uitgebroken. Klager is vervolgens in afzondering geplaatst in afwachting van overplaatsing. Op 27 februari 2008 is klager overgeplaatst naar
het Huis van bewaring Lelystad en op 21 oktober 2008 is klager op verzoek van de directie overgeplaatst naar het Huis van Bewaring Nieuwegein. Hij gedroeg zich provocerend en uitdagend naar het personeel toe.
Het Huis van Bewaring Nieuwegein heeft in het selectieadvies van 25 maart 2009 vermeld dat klagers gedrag in de gevangenis dermate te wensen overliet dat hij is teruggeplaatst naar een huis van bewaring. De inrichting adviseert dan ook negatief inzake
klagers verzoek tot plaatsing in een gevangenisregime.
Door de selectiefunctionaris is aangegeven dat klager voldoende kansen heeft gehad om tot zijn plaatsing in een tbs-inrichting in een gevangenis te verblijven, maar door zijn eigen opstelling heeft hij een langer verblijf in de Gevangenis Lelystad
onmogelijk gemaakt.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
In zijn beroepschrift verzoekt klager om verstrekking van de selectieadviezen, welke in zijn penitentiaire dossier zijn opgenomen. Klager dient een dergelijk verzoek te richten aan de directeur van de inrichting van verblijf.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 24 juni 2009.
secretaris voorzitter