nummer: 09/720/TA
betreft: [klager] datum: 23 juni 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 13 maart 2009 van de beklagcommissie bij de forensisch psychiatrische kliniek Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 5 juni 2009, gehouden in de penitentiaire inrichting Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. D.W.H.M. Wolters, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting[...], psycholoog van
afdeling II-A.
De behandeling van het beroep was aanvankelijk gepland op de zitting van de beroepscommissie van 19 mei 2009, maar is op verzoek van klagers raadsman aangehouden tot de zitting van 5 juni 2009.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a) weigering toegang tot de inrichting van bezoek op 6 september 2008 vanwege het niet meewerken aan onderzoek door een drugshond;
b) intrekking van begeleid verlof op 9 september 2008 vanwege verdenking van betrokkenheid van klager bij handel in contrabande en verlenging van de beslissing per 1 oktober 2008;
c) weigering van bezoek op 9 september 2008 vanwege verdenking van betrokkenheid van klager bij handel in contrabande en verlenging van de beslissing per 1 oktober 2008;
d) afdelingsarrest en het niet mogen deelnemen aan therapie en werk op 9 september 2008 vanwege verdenking van betrokkenheid bij handel in contrabande en verlenging van de beslissing per 1 oktober 2008, afdelingsarrest op 23 september 2008 vanwege
positief scoren op cannabis bij urinecontrole, alsmede afdelingsarrest op 9 oktober 2008 en 23 oktober 2008 vanwege de weigering mee te werken aan een urinecontrole; en
e) beperking van bezoek aan een vriendin, die op een andere afdeling van de inrichting verbleef.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in de onderdelen a), b) en e) van zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
De beklagcommissie heeft het beklag op de onderdelen c) en d) gedeeltelijk formeel gegrond verklaard en het beklag verder op alle onderdelen materieel ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. Voor de formele
gegrondverklaring heeft de beklagcommissie een tegemoetkoming van
€ 20,= toegekend.
2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beklagcommissie had klager in zijn klachtonderdelen a) en e) moeten ontvangen. Klager heeft een eerder beklagformulier aan een sociotherapeut gegeven die het in het bakje uitgaande post heeft gedaan. Klager mocht er dan ook op vertrouwen dat die
medewerker de brief naar de beklagcommissie zou sturen. Klager kan niet worden verweten geen kopie van zijn eerdere klaagschrift te hebben gemaakt.
Klager is bekend met de wetgeving en de jurisprudentie van de beroepscommissie aangaande intrekking van begeleid verlof en refereert zich aan het oordeel van de beroepscommissie over de ontvankelijkheid van beklagonderdeel b).
De beslissing van 9 september 2008 is pas op 1 oktober 2008 aan klager uitgereikt. Het mag niet voor klagers rekening en risico worden gehouden dat de beklagcommissie niet kon nagaan of de handtekening op die beslissing van klager afkomstig is.
Zijn bezoek is op 6 september 2008 ten onrechte de toegang tot de inrichting ontzegd. De inrichting had rekening moeten houden met de achtergrond van de broer van klager door een minder verstrekkende controle te verrichten. Het gedrag van zijn bezoek
kan hem niet worden verweten.
Alle beslissingen vanaf 9 september 2008 moeten als een geheel worden gezien. Deze zijn onterecht en op onjuiste gronden genomen. De bedoelde beslissingen zijn slechts op geruchten genomen. Er zijn geen concrete aanwijzingen tegen klager. Er zijn geen
verklaringen van medepatiënten en het personeel. Voor zover klager weet, is er geen onderzoek naar hem gedaan. De aangetroffen contrabande bij zijn medepatiënt, die hij niet goed kent, betreft 17 liter alcohol. De verdenkingen jegens klager zien op
drugs. Op klagers kamer is op 12 september 2008 geen contrabande aangetroffen. Klager heeft op 11 september 2008 een brief van het hoofd van de inrichting ontvangen, waarin stond dat de genomen beslissingen uitdrukkelijk gebaseerd zijn op feiten en
waarnemingen. Klager is niet ingelicht welke feiten en waarnemingen dit waren en weet tot op heden niet wat de verdenking jegens hem precies inhoudt. Omdat er geen onderzoek is verricht, is klager ten onrechte van sport en werk uitgesloten en is ook de
duur van de opgelegde maatregelen disproportioneel.
Door dit alles is een vicieuze cirkel ontstaan. Klager is gedemotiveerd geraakt en is eenmalig teruggevallen in oud gedrag door één jointje te roken. Op 22 september 2008 is hij positief bevonden op gebruik van cannabis. Klager wilde antwoorden van de
inrichting op zijn vragen over de verdenking jegens hem en eventueel onderzoek, maar kreeg die alsmaar niet. Daarom heeft hij bij wijze van protest vanaf 9 oktober 2008 niet meer mee willen werken aan urinecontroles.
Klager is door dit alles geschaad in zijn resocialisatie. Door het niet verschaffen van duidelijkheid aan klager is de genoemde vicieuze cirkel ontstaan die heeft geleid tot de intrekking van de verlofmachtiging door de Staatssecretaris van Justitie op
31 oktober 2008.
Volgens de beklagcommissie heeft de inrichting hier een taak laten liggen. Dit zou volgens klager hebben moeten leiden tot een inhoudelijke gegrondverklaring van zijn klachten.
De opgelegde beperkingen hebben geduurd tot aan klagers overplaatsing van afdeling II-B naar afdeling II-A in januari 2009. Op die afdeling is klagers behandeling weer opgepakt. Klager is open als de inrichting ook open tegenover hem is. Klager is weer
gaan meewerken aan urinecontroles en is sindsdien niet meer positief bevonden.
Klager heeft op afdeling II-B altijd ontkend iets met drugs van doen te hebben gehad, op het roken van één jointje na. Vrij recent is op die afdeling een hele grote hoeveelheid drugs gevonden, naar aanleiding waarvan de hoofdverdachte op een afdeling
voor intensieve zorg is geplaatst. Dit bevestigt dat klager niets van doen had met drugs c.q. handel daarin.
Klager en zijn vriendin mochten voor haar vertrek op 23 september 2008 volgens afspraak 36 uren met elkaar doorbrengen. Zij kregen echter slechts twee uur, waarbinnen drie controles hebben plaatsgevonden. Klager heeft het zwaar zonder zijn vriendin. De
inrichting heeft hem in die periode laten stikken. Hij kon door de bezoekweigering tot 16 januari 2009 met niemand anders dan zijn vader praten, terwijl hij niet wist wat er precies speelde. Hij belt nu wekelijks met zijn vriendin.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers toenmalige zorgmanager op de afdeling II-B, [...], was niet in de gelegenheid ter zitting te verschijnen en heeft om die reden de heer Williams verzocht als huidige behandelaar ter zitting aanwezig te zijn.
Klager is met het oog op herselectie vanuit de afdeling II-B overgeplaatst naar de afdeling II-A. Op laatstgenoemde afdeling werden mogelijkheden gezien om klager weer te bereiken en is besloten de behandeling opnieuw op te pakken. Sindsdien is veel
winst geboekt. In juni zal een voorbespreking plaatsvinden over een interne overplaatsing naar afdeling IV.
De inrichting kijkt achteraf niet anders naar de situatie ten tijde van klagers verblijf op de afdeling II-B. Het klopt dat er op de afdeling II-A geen positieve scores bij urinecontroles meer zijn gevonden. De manier waarop klager meewerkt is
buitengewoon goed.
3. De beoordeling
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid klager niet-ontvankelijk heeft verklaard in onderdeel b) van het beklag. Het beroep ten aanzien van de intrekking van het begeleide verlof zal derhalve in
zoverre ongegrond worden verklaard.
Naar het oordeel van de beroepscommissie kan klager wel worden ontvangen in de onderdelen a) en e) van zijn beklag. Door klager is expliciet verklaard dat hij zijn aanvankelijke klaagschriften aan een personeelslid heeft gegegeven ter verzending aan de
beklagcommissie. Deze verklaring is noch bij de beklagcommissie noch bij de beroepscommissie door de inrichting betwist, zodat de aannemelijkheid daarvan niet kan worden uitgesloten.
Klager heeft in beroep verzocht de klacht ten aanzien van het opleggen van de beslissing van 9 september 2008 formeel gegrond te verklaren, nu de beslissing hem niet op 9 september 2008 maar op 1 oktober 2008 is uitgereikt. De beroepscommissie ziet
geen
grond daartoe. Blijkens de schriftelijke mededeling van die beslissing heeft uitreiking op 9 september 2008 plaatsgevonden. De omstandigheid dat de onder klagers naam gezette handtekening afwijkt van andere handtekeningen van klager vormt - wat daarvan
ook zij - onvoldoende grond voor een ander oordeel.
Inhoudelijk wordt het volgende overwogen.
Naar de inrichting tegenover de beklagcommissie heeft verklaard, was er op afdeling II-B al enige tijd sprake van geruchten met betrekking tot mogelijke ‘handel en wandel’ op de afdeling en werd onder meer klagers naam daarbij genoemd. Zo zou zijn
bezoek drugs binnen de inrichting brengen. Concrete aanwijzingen waren er niet. Op 5 september 2008 is een aanzienlijke hoeveelheid contrabande op de kamer van een medepatiënt van klager gevonden. Vervolgens is op 6 september 2008, mede naar aanleiding
van geruchten binnen de inrichting, besloten tot een verscherpte toegangscontrole met behulp van drugshonden. Klagers broer en andere bezoekers van klager hebben op 6 september 2008 geweigerd daaraan mee te werken en aan hen is de toegang tot de
inrichting geweigerd. Op 9 september 2008 is besloten klager bezoek te weigeren en aan hem afdelingsarrest op te leggen. Blijkens een brief van 11 september 2008 van de directeur a.i. aan klager vindt elke week een evaluatie plaats, heeft klager zelf
invloed op aanpassing van de getroffen maatregelen en bepaalt hij zelf of hij openheid geeft over zijn ‘handel en wandel’
De beslissingen van 6 en 9 september 2008 kunnen, vorenstaande feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang en verband bezien, ook naar het oordeel van de beroepscommissie niet onredelijk worden genoemd, gezien de op dat moment bestaande verdenking
van betrokkenheid van klagers bezoek en klager bij de binnenkomst van en mogelijk handel in drugs binnen de inrichting.
Binnen een redelijk te achten termijn van enkele weken moet een inrichting immers onderzoek naar de genoemde geruchten kunnen doen.
Indien onderzoek binnen die termijn geen nadere aanwijzingen voor betrokkenheid bij drugshandel of aanwijzingen die nopen tot verlenging van de opgelegde beperkingen oplevert, kan een verlenging van de opgelegde beperkingen op de grond van de
desbetreffende verdenking op zichzelf niet redelijk worden genoemd.
In de beklagprocedure heeft de inrichting aangegeven dat de bestreden beslissingen zijn genomen op grond van de aanhoudende geruchten over drugsgebruik en handel, de positieve score op drugsgebruik en klagers houding na het nemen van de beslissingen.
In klagers geval is evenwel niet gebleken van het bestaan van aanwijzingen in bovenbedoelde zin. Dit leidt echter niet tot een gegrondverklaring van het beroep, voor zover dat ziet op het afdelingsarrest. Vast staat immers dat klager inmiddels op 22
september 2008, derhalve binnen de hierboven genoemde redelijke termijn voor het doen van onderzoek, positief op het gebruik van cannabis is bevonden en om die reden, derhalve op een andere grond, op 23 september 2008 afdelingsarrest is opgelegd.
Vervolgens is op 9 en 23 oktober 2008 aan klager afdelingsarest opgelegd vanwege de weigering om op die data mee te werken aan urinecontrole, wat gelijkgesteld wordt aan een positieve score op drugsgebruik. Dit betreft incidenten, die op zichzelf elk
een nieuwe maatregel rechtvaardigen. Klager is immers zelf verantwoordelijk voor zijn gedragingen binnen de inrichting en de gevolgen daarvan.
Het beroep dient wel gegrond te worden verklaard, voor zover dat ziet op de verlenging per 1 oktober 2008 van de weigering van bezoek en het niet mogen volgen van therapie en werk. In het licht van het vorenstaande is er immers onvoldoende grond om die
maatregelen te verlengen wegens van verdenking van betrokkenheid van klager bij drugshandel in de inrichting.
Nu niet is vast te stellen hoe vaak klager bezoek, werk en therapie heeft moeten missen als gevolg van de verlengingsbeslissing, zal de beroepscommissie klager een tegemoetkoming toekennen van € 75,=.
Vast staat dat klagers vriendin - die op een andere afdeling zat - de inrichting op 23 september 2008 heeft verlaten en naar Tsjechië is uitgezet. Onbetwist is dat zij een bezoekregeling hadden. Volgens de inrichting is er tot het moment van vertrek
van
klagers vriendin een bezoekregeling van kracht geweest en is voor het vertrek van klagers vriendin ook gelegenheid geboden aan beiden om afscheid te nemen. Volgens klager was toegezegd dat zij in verband met haar vertrek 36 uur samen mochten
doorbrengen. Klager ontkent in het beroepschrift dat gelegenheid is geboden om op gepaste wijze afscheid te nemen. Ter zitting heeft hij verklaard dat zij slechts twee uur samen door hebben kunnen brengen, waarbinnen drie controles hebben
plaatsgevonden.
Nu uit de verklaringen van klager en de inrichting in ieder geval naar voren komt dat klager en zijn vriendin wel afscheid hebben kunnen nemen, zij het onder door klager als onprettig ervaren omstandigheden, ziet de beroepscommissie geen aanleiding om
het beroep op dit klachtonderdeel gegrond te verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, voor zover deze ziet op de niet-ontvankelijkheid van de klachtonderdelen a) en e), verklaart klager alsnog ontvankelijk in deze onderdelen van zijn beklag, maar verklaart dit beklag
ongegrond.
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, voor zover dat ziet op de verlenging van de maatregelen ten aanzien van bezoek, therapie en werk per
1 oktober 2008, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag op deze onderdelen alsnog gegrond.
Zij bepaalt de ten laste van de inrichting komende tegemoetkoming op € 75,= .
De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, dr. F. Koenraadt en drs. A.P. Visser, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 23 juni 2009
secretaris voorzitter