Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0675/GB, 10 april 2009, beroep
Uitspraakdatum:10-04-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/675/GB

Betreft: [klager] datum: 10 april 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 maart 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft door klager te selecteren voor de gevangenis/ISD Zutphen zijn verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) met regimair verlof afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 23 december 2008 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis Ter Apel. Op 1 april 2009 is hij overgeplaatst naar de gevangenis/ISD Zutphen, met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht, verkort en zakelijk weergegeven.
Klager heeft enkel een selectiebeslissing voor een plaatsing dichter bij huis, de gevangenis/ISD Zutphen, ontvangen en geen aparte beslissing tot afwijzing van zijn verzoek tot plaatsing in een b.b.i. De selectiebeslissing was tevens de afwijzing van
zijn verzoek. Klager is van mening dat hij wel recht heeft op een normale detentiefasering en plaatsing in een b.b.i. Klager is veroordeeld in 2000. Hij heeft nooit een schrijven gehad dat hij zich moest melden. Als ze gewild hadden, hadden zij hem
eerder kunnen aanhouden. Hij heeft met regelmaat contact gehad over het feit dat hij zich wilde melden bij de politie en meermalen vastgezeten op het politiebureau. In 2007 is hem door de politie gemeld dat zijn signaleringen verdwenen waren. De
politie
snapte er ook niets van en dit willen ze nu klager aanrekenen? Sinds 2000 is hij een nieuwe weg ingeslagen en is hij regelmatig bezig geweest om zijn straf uit te zitten, opdat hij met een schone lei verder kan gaan. Het grootste deel van zijn schulden
heeft hij afbetaald, zijn drugs- en alcoholproblemen zijn opgelost en hij heeft geen criminele activiteiten meer ondernomen. Klager wil met zijn partner een toekomst hebben. Bij een regimesgebonden verlof zou hij eenmaal per maand naar huis kunnen en
dat zou voor hen beiden veel betekenen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is horizontaal geselecteerd voor een inrichting van zijn voorkeur.
Op 22 september 2003 heeft klager gedeeltelijk voorwaardelijke gratie gekregen. Vanaf dat moment is hij onvindbaar geweest. Uit de GBA-gegevens blijkt dat hij geregistreerd stond als zonder vaste woon- en verblijfplaats. In december 2008 is hij als
arrestant ingesloten in Ter Apel voor het uitzitten van een gevangenisstraf en een vervangende hechtenis taakstraf. De einddatum van zijn detentie is 7 juni 2010.
De Advocaat-Generaal heeft aangegeven dat het op dit moment te risicovol is om klager vrijheden te verlenen. Er is een kans dat klager zich wederom aan detentie zal onttrekken en daarna wederom onvindbaar zal zijn. Gelet op het feit dat klager zich een
flink aantal jaren heeft onttrokken aan detentie, is er onvoldoende vertrouwen in een plaatsing in een b.b.i. Tevens is er, gelet op de einddatum van de detentie, voldoende tijd om met de reclassering of bureau TR een traject uit te zetten, waarin na
verloop van tijd een plaatsing binnen een inrichting met vrijheden valt.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. Uit het selectieadvies van de gevangenis/ISD Ter Apel volgt dat klager zich jarenlang aan detentie heeft onttrokken. De Advocaat-Generaal heeft negatief geadviseerd ter zake van verlofverlening in dit stadium van klagers detentie in verband met
de vrees dat klager zich wederom aan detentie zal onttrekken en de reële kans op recidive.
De gevangenis/ISD Ter Apel heeft het advies van de Advocaat-Generaal onderschreven. Klager zou volgens het selectieadvies wel in aanmerking kunnen komen voor plaatsing in een b.b.i. zonder regimaire verlofmogelijkheden, maar omdat klager heeft
aangegeven dat hij zo dicht mogelijk in een inrichting nabij Almelo geplaatst wilde worden, is geadviseerd om hem over te plaatsen naar een gesloten inrichting in de buurt van Almelo.

4.4. Gelet op bovenvermelde adviezen van de Advocaat-Generaal en de gevangenis/ISD Ter Apel is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 april 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven