Nummer: 08/3046/GB
Betreft: [klager] datum: 28 januari 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 18 november 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring/ISD (h.v.b.) Roermond afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 15 april 2008 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. Grave. Hij is op 9 januari 2009 overgeplaatst naar het h.v.b. Almere-Binnen.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt zijn eerdere verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. Grave te hebben gedaan omdat een medeverdachte in het h.v.b. Grave gedetineerd zat. Omdat klager en medeverdachte voor dezelfde zaak gedetineerd zaten, heeft de Officier van Justitie
ermee ingestemd om hen in het h.v.b. Grave samen te plaatsen. De betreffende medeverdachte verblijft nu in het h.v.b. Roermond. Omdat klagers familie, advocaat en de rechtbank zich allemaal in Limburg bevinden, wil klager overgeplaatst worden naar het
h.v.b. Roermond.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Op 24 juli 2008 heeft klager een verzoek tot overplaatsing ingediend voor het h.v.b. Grave. Als reden voerde klager aan dat hij al drie maanden geen bezoek had ontvangen en hij geen vrienden had in Limburg. Klager is op 19 augustus 2008 geplaatst in
het
h.v.b. Grave. Op 6 november 2008 heeft klager opnieuw een verzoek tot overplaatsing ingediend, dit keer om te worden overgeplaatst naar het h.v.b. Roermond. Dit verzoek heeft de selectiefunctionaris op 18 november 2008 afgewezen. Klager wilde naar het
h.v.b. Roermond omdat de betreffende medeverdachte daar verbleef. Uit de rapportage van het h.v.b. Grave blijkt dat klager deze betreffende medeverdachte onder druk heeft gezet. Ook is het gedrag van klager jegens het personeel in negatieve zin
veranderd. Klager werd overgeplaatst naar een andere afdeling, op een enkelvoudige cel. Inmiddels is de betreffende medeverdachte op sociale gronden vanuit het h.v.b. Grave overgeplaatst naar het h.v.b. Roermond. Deze overplaatsing heeft niets met
klager te maken. Klager verblijft nog maar kort in het h.v.b. Grave. Het is niet gebruikelijk om binnen korte termijn weer tot een overplaatsing over te gaan.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klager heeft als reden aangevoerd te willen
worden overgeplaatst naar het h.v.b. Roermond omdat zijn familie, advocaat en rechtbank zich daar bevinden. Nu klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het voor zijn bezoek onmogelijk is om naar hem af te reizen, dient het beroep ongegrond te
worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff secretaris, op 28 januari 2009
secretaris voorzitter