Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2980/GA, 26 mei 2009, beroep
Uitspraakdatum:26-05-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2980/GA

betreft: [klager] datum: 26 mei 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 november 2008 van de beklagcommissie bij het Detentiecentrum Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van genoemd Detentiecentrum in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de beklagen en de uitspraak van de beklagcommissie
De beklagen betreffen:
a een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel;
b het niet tijdig verstrekken van een tweede deken;
c het niet mogen bellen met zijn vrouw;
d het niet op de strafcel mogen hebben van papieren;
e het tijdstip van klagers bezoek;
f de temperatuur van de douche in de afzondering;
g het steeds opnieuw moeten opgeven van zijn personalia aan het personeel.

De beklagcommissie heeft de beklagen a t/m e ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklagen onder f en g op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager is het niet eens met de beslissingen. Er was een slechte tolk die klager niet goed kon verstaan. De beklagcommissie is niet eerlijk en niet duidelijk. De beklagcommissie heeft klager geen kans gegeven om de klachten uit te leggen en toe te
lichten. Klager kreeg ook geen kans om een reactie te geven op het standpunt van de directie. Er zijn zeven klachten binnen vijftien minuten behandeld.
Volgens klager is hij slachtoffer van de zwendelpraktijk van het personeel, de directie en de beklagcommissie. Het Detentiecentrum neemt zijn klachten, en ook klager zelf, niet serieus.

Namens de directeur is daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts is de directie van mening dat zij in redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld. Een eventuele tegemoetkoming is dan ook niet op zijn plaats.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie ten aanzien van de klachten a, b, c, d, e en g niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beklag onder f overweegt de beroepscommissie het volgende.
Op grond van artikel 44, vierde lid, Pbw rust op de directeur de zorgplicht dat de gedetineerde zijn uiterlijk en lichamelijke hygiëne naar behoren kan verzorgen. Ingevolge artikel 29 van de Regeling straf- en afzonderingscel penitentiaire
inrichtingen
wordt de gedetineerde ’s ochtends en ’s avonds in de gelegenheid gesteld zijn uiterlijk en lichamelijke hygiëne te verzorgen.
De directeur kan op die zorgplicht worden aangesproken en klager dient derhalve te worden ontvangen in het beklag.
In zijn klaagschrift is door klager aangevoerd dat er de ene keer alleen heet water en de andere keer alleen koud water uit de douche komt. Klager vraagt zich af waarom het personeel dat doet.
De directeur heeft aangegeven dat in de doucheruimte van de observatiecellen de gedetineerde zelf de mogelijkheid heeft om de temperatuur in te stellen middels een thermostaatkraan. Klager kon dus zelf de door hem gewenste temperatuur instellen tijdens
het douchen.
Gezien het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur niet tekort is geschoten in zijn zorgplicht. Het beklag zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond ten aanzien van de klachten onder a, b, c, d, e en g en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van het beklag onder f, verklaart klager alsnog ontvankelijk in dit beklagonderdeel, maar verklaart dit ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 26 mei 2009

secretaris voorzitter

Naar boven