Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3233/GA, 7 mei 2009, beroep
Uitspraakdatum:07-05-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/3233/GA

betreft: [klager] datum: 7 mei 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Rijnmond te Rotterdam,

gericht tegen een uitspraak van 5 december 2008 van de beklagcommissie bij de p.i. Rijnmond, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 3 april 2009, gehouden in de locatie Zoetermeer, is
gehoord de unit-directeur van de p.i. Rijnmond [...].

Klager heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de oplegging van een ordemaatregel van veertien dagen uitsluiting van deelname aan de arbeid in verband met de weigering van klager om deel te nemen aan de arbeid.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft het beroep als volgt toegelicht.
De beklagcommissie heeft heel formeel gereageerd. Omdat de reactie van de directeur niet voor een bepaald tijdstip zou zijn ontvangen, is het beklag gegrond verklaard. Gesteld is dat ter zitting van 3 december 2008 het verweer nog niet was ontvangen,
terwijl het verweer op 2 december 2008 omstreeks 13.11 uur was gefaxt aan het secretariaat van beklagcommissie. De directeur had het verweerschrift ook meegenomen naar de zitting met kopieën voor alle betrokkenen. De beklagcommissie wilde echter het
beklag niet meer inhoudelijk behandelen, omdat het verweer niet tijdig was aangeleverd. Heel kort voor de zitting is de directeur meegedeeld dat de behandeling ter zitting niet zou doorgaan. Deze reactie van de beklagcommissie was vrij plotseling. Het
verweer was kort en had ter zitting gelezen kunnen worden.
Het is vaker voorgekomen dat het verweer laat werd gegeven. Dit werd veroorzaakt doordat een andere leidinggevende de zaak had overgenomen en het tijdpad onvoldoende is bewaakt. Niet ontkend wordt dat de directeur de verantwoordelijkheid heeft om
tijdig
te reageren. De contacten met de commissie van toezicht en de beklagcommissie zijn goed. Bij het appointeren van beklagzaken op zitting wordt niet gewacht op de reactie van de directeur.
Inhoudelijk wordt het volgende toegelicht. Klager is uitgesloten van de arbeid in verband met verstoring van de orde. Hij was van de werkzaal afgegaan om een privé telefoongesprek te voeren. Na terugkeer op de afdeling is hem werk aangeboden, maar is
hij niet aan het werk gegaan. Hij is hierop aangesproken in het kantoor van de werkmeester en hij heeft gezegd dat hij genoeg had gedaan en dat niet van hem verwacht moest worden dat hij nog ging werken.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beklagcommissie heeft klagers klacht, die geappointeerd stond op de zitting van de beklagcommissie van 3 december 2008, van zitting afgehaald en het beklag schriftelijk kennelijk gegrond verklaard, omdat zij bij aanvang van de zitting op 3 december
2008 niet zou beschikken over de schriftelijke reactie van de directeur. Door de directeur is echter gesteld dat op 2 december 2008 omstreeks 13.11 uur de schriftelijke reactie is gefaxt aan het secretariaat van de beklagcommissie en dat hij kopieën
van
het verweer, dat uit één bladzijde bestond, heeft meegenomen naar de beklagzitting.

Weliswaar heeft de directeur zeer - en onwenselijk - laat op het beklag gereageerd, doch gelet op de beperkte omvang van de schriftelijke reactie van de directeur was het alleszins mogelijk die reactie ter zitting van de beklagcommissie aan de orde te
stellen, terwijl in redelijkheid niet kan worden volgehouden dat klager door behandeling van de schriftelijke reactie ter zitting van de beklagcommissie in de verdediging van zijn belangen zou zijn geschaad.

Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie het beklag op onjuiste grond (kennelijk) gegrond heeft verklaard en zij zal derhalve het beroep van de directeur gegrond verklaren en de uitspraak van de
beklagcommissie
vernietigen.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie dat uit de stukken volgt dat klager door een werkmeester meermalen de opdracht is gegeven om andere werkzaamheden te verrichten en dat hij dit heeft geweigerd. Dit maakt dat de beroepscommissie van oordeel is
dat de beslissing van de directeur om klager ter zake een ordemaatregel van veertien dagen uitsluiting van deelname aan de arbeid op te leggen niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Zij zal het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. M. Boone en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 7 mei 2009

secretaris voorzitter

Naar boven